Beschikbare functies
(Slim automatisch):
Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen terwijl de instellingen automatisch worden
aangepast.
(Superieur automat.):
Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen met een hogere kwaliteit dan in de intelligent
automatische functie.
P (Autom. programma):
Hiermee kunt u opnemen met automatisch ingestelde belichting (zowel de sluitertijd als de
diafragmawaarde (F-getal)). U kunt ook de diverse instellingen kiezen op het menu.
A (Diafragmavoorkeuze):
Hiermee kunt u het diafragma instellen en opnemen wanneer u de achtergrond wazig wilt
maken, enz.
S (Sluitertijdvoorkeuze):
Hiermee kunt u snelbewegende onderwerpen, enz., opnemen door de sluitertijd handmatig
in te stellen.
M (Handm. belichting):
Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen met de gewenste belichting door de sluitertijd
en de diafragmawaarde in te stellen.
1/2 (Geheug.nr. oproep.):
Hiermee kunt u een beeld opnemen nadat veelgebruikte functies of numerieke instellingen
zijn opgeroepen die van tevoren waren geregistreerd.
(Film):
Hiermee kunt u de instelling voor het opnemen van bewegende beelden veranderen.
(iDraaipanorama):
Maakt het mogelijk om een panoramabeeld op te nemen door het beeld samen te stellen.
SCN (Scènekeuze):
Biedt u de mogelijkheid opnamen te maken met vooraf ingestelde instellingen die afhankelijk
zijn van de scène.
[14] Hoe te gebruiken
Slim automatisch
Het apparaat analyseert het onderwerp en biedt u de mogelijkheid een opname te maken
met de juiste instellingen.
1. Zet de functiekeuzeknop in de stand
2. Richt de camera op het onderwerp.
Opnemen
Een opnamefunctie selecteren
(Slim automatisch).