Menu-optie 9 (9 zonder punt):
instelling stooklijn WA-regeling
Alléén als uw cv-installatie geschikt is voor het gebruik van
een WA-regeling, kunt u deze menu-optie gebruiken om
de ingestelde stooklijn aan te passen.
Als deze regeling niet is ingeschakeld, de waarde = 0,
laat de instelling dan op 0 staan!
Veranderen van de stooklijn
waarde:
instelling:
De WA-regeling is uitgeschakeld.
Als uw installateur deze waarde heeft inge-
steld, mag u deze niet aanpassen.
Als een nummer van 1 tot 10 is ingesteld, is
de WA-regeling ingeschakeld. De waarde van
het nummer bepaald de stooklijn.
Veranderen van de ingestelde waarde kan door
in te drukken. Het linker display gaat nu knipperen.
Aanpassen van de ingestelde waarde kan door
in te drukken. Bevestig de keuze door
Advies over een juiste instelling:
Deze afhankelijk van de cv-installatie, kierdichtheid van
de woning en de gewenste aanwarmsnelheid:
•
Alleen radiatoren of convectoren, advies: stooklijn 9.
•
Vloer- of wandverwarming samen met radiatoren
en/of convectoren, advies: stooklijn 9.
•
Bij een nageïsoleerde woning of een
ruimbemeten cv-installatie, advies: stooklijn 7 of 8.
•
Laagtemperatuurverwarming, advies: stooklijn 5.
U kunt later, afhankelijk van de wensen m.b.t. de verwar-
ming van de verschillende ruimten, via het gebruikers-
menu de stooklijn eventueel bijstellen.
Buitentemperatuur in
Figuur 2.1
De stooklijnen (1 -10) van de WA-regeling van het toestel
Instelling van de kamerthermostaat
Als u naast de thermostatische radiatorkranen een
kamerthermostaat heeft, kunt u deze gebruiken om de cv-
installatie 's nachts uit te schakelen of een nachtverlaging
toe te passen. Er zijn twee mogelijkheden:
1. De WA-regeling van de kamerthermostaat
is geactiveerd (in dit geval is menu-optie
9 van de regeling op 0 ingesteld). Meer uitleg over
WA-regelingen zie bladzijde 26. Stel een gewenste
kamertemperatuur van ongeveer 20
2. De WA-regeling van de ECONPACT is geactiveerd.
Stel in dit geval overdag de kamerthermostaat een
paar graden hoger in dan de instelling van de
thermostatische radiatorkranen en 's nachts, of bij
afwezigheid, een aantal graden lager.
of
of
in te drukken.
o
C
o
C.
Storingen
Als er met de levering van warmte problemen zijn, kunt u
op het display achter de grijze klep kijken naar de weerge-
geven informatie. Bij storing knippert een foutcode.
Linker display:
soort storing
Rechter display: storingsnummer
Vergrendelend
(reset noodzakelijk)
Blokkerend
Storingen die u mogelijk zelf kunt oplossen
Geen oplichtend display.
Mogelijke oorzaken + oplossing:
•
De stekker zit niet in het stopcontact.
•
Er staat geen spanning op het stopcontact.
Dit is te controleren door een ander apparaat,
bijv. een looplamp, hierop aan te sluiten.
Foutcode 5.
Mogelijke oorzaak + oplossing:
•
De waterdruk van de cv-installatie is te laag.
Vul de installatie bij. Zie blz. 10.
Resetten is niet nodig; Na het vullen komt het
toestel automatisch in bedrijf.
Alarmcode 1.
Mogelijke oorzaak + oplossing:
•
De gaskraan staat dicht. Controleer dit.
Druk op
om het toestel weer op te starten.
•
Controleer of de condensafvoer niet verstopt zit.
Zie blz. 9. Druk op
Alarmcode 4.
Mogelijke oorzaak + oplossing:
•
Controleer of de condensafvoer niet verstopt zit.
Zie blz. 9. Druk op
Geen cv-verwarming, wel tapwaterverwarming
Het toestel moet in de winterstand staan.
Zie menu-optie 0. (met punt) op blz. 6.
Traag op temperatuur komende cv-installatie
Controleer in dit geval het volgende:
•
Staan alle radiatorkranen open?
•
Staat de kamerthermostaat op de gewenste tempera-
tuur (of hoger)? U kunt eventueel bij erg koud weer de
ingestelde nacht temperatuur iets hoger zetten.
•
Is de maximum cv-temperatuur hoog genoeg inge-
steld? Zie menu-optie 1 op blz. 6.
•
Indien de weersafhankelijke regeling van het toestel is
toegepast, is de goede stooklijn ingesteld? Stel
eventueel een hogere stooklijn in. Voor de meeste cv-
installaties is 9 een goede instelling. Zie menu-optie 9
op blz 7.
Storingen die u zelf niet kunt oplossen
Indien de A-storingen zich regelmatig voordoen: waar-
schuw uw installateur. Ook als er andere storingen zijn of
als u geen warm water of cv-verwarming heeft.
Ook bij storing A3, als de rookgastemperatuur te hoog is
geworden: waarschuw uw installateur.
t/m
en
t/m
t/m
.
.
7