Inhoudsopgave
Advertenties
Neem het toestel weer in bedrijf
3.5 Meet de gasvoordruk
Op meetpunt 1 (figuur 11.4) van het gasblok kan de gasvoordruk gemeten worden. Controleer het volgende:
•
Als het toestel niet in bedrijf is, blijft de voordruk constant tussen een waarde van 20 - 30 mbar?
•
Daalt de gasdruk niet al te veel bij het in bedrijf gaan van het toestel (minimum voordruk 20 mbar bij vollast)?
3.6 Controleer de afstelling van het gasblok
Werkingsprincipe
van de gastoevoer
Meetcondities van de drukverschilmeting
•
Meet uitsluitend als het op minimaal vermogen brandt, na 1 minuut wachten (zie evt. gebruikersmenu-optie 8)
Laat de kap van de luchtdicht afgesloten ruimte op zijn plaats. Breng een T-stukje (4) aan in de siliconen slang.
•
•
Gebruik een nauwkeurige drukverschilmeter (meetnauwkeurigheid ±2 Pa.). Stel de drukverschilmeter in op Pascals.
•
Sluit de drukverschilmeter aan: "PLUS" aansluiten op gas (2), "MIN" aansluiten op lucht (T-stuk) (4).
Resultaat van de meting (let op: de kleuren van de vlam zijn niet meer dan een indicatie!)
•
Een PLUS drukverschil: meer druk op + kant, dus meer gas dan lucht - RIJK mengsel (geel-oranje vlammen).
•
Een NEGATIEF drukverschil: meer druk op - kant, dus meer lucht dan gas - ARM mengsel (blauwe vlammen).
•
Geadviseerde instelling van het gasblok: van -5 tot 0 Pascal
(let op! -5 wil zeggen dat de gasdruk 5 Pascal lager is dan de luchtdruk)
Indien het drukverschil niet tussen de - 5 en 0 Pa zit: Stel het drukverschil in op 0 Pascal.
Eventueel bijstellen
•
De instelschroef (3) zit achter de aluminium dop. Deze dop is verzegeld. Verzegel hem na het bijstellen weer
opnieuw.
•
Stel het drukverschil in op precies 0 Pascal. (let op: de kleuren van de vlam zijn niet meer dan een indicatie!)
-
Rechtsom: ... meer positief - rijker: .... vlam / brander wordt meer geel / oranje.
-
Linksom: .... meer negatief - armer: .. vlam / brander wordt blauwer.
3.7 Gasverbruik
•
Meet het gasverbruik bij maximaal vermogen. Zie de technische gegevens voor het maximum gasverbruik.
3.8 CO
-percentage (rookgasanalyse)
2
Meet eventueel als extra controle het percentage CO
Het meten van het CO
en het meten van het gasverbruik. Ook deze meting bij minimaal vermogen uitvoeren!
geen maat voor vervuiling! Meet bij vollast vermogen en dicht de opening rondom de meetsonde tijdens de meting
goed af.
Juiste waarde:
•
Aardgas (G25): 8 - 9,5% CO
•
Propaan (G31): 9 - 10% CO
-percentage is uitsluitend een extra controle, als toevoeging aan de bovengenoemde drukmeting
2
2
2
LUCHT
GAS
1 Meetpunt gasvoordruk
2 Meetpunt geregelde gasdruk
3 Instelschroef voor bijstellen drukverschil
4 T-stuk in de siliconen slang (apart aanbrengen)
5 Instelkraan voor gastoevoer (indien aanwezig) Deze is
verzegeld en mag absoluut niet bijgesteld worden!
6 Gasinspuiter
7 Luchtrestrictie
(donker rode vlammen).
in de rookgasafvoer (als er een meetpuntbeschikbaar is)
2
Vergeet niet om de meetpunten op het
gasblok weer dicht te doen!
Let op! BELANGRIJK
Sluit de slangetjes aan
zoals hiernaast
weergegeven!
Omrekenwaarde:
0,1mbar = 10Pa = 1mmwk
Figuur 11.4
Let op: het CO
-percentage is
2
29
Advertenties
Inhoudsopgave
