13. WERKING EN TECHNISCHE GEGEVENS
13.1 Werking van het toestel
Figuur 13.1
Het principeschema van de ECONPACT 3 / 3HP / 4 / 4HP
Werking voor de cv-installatie
Als de kamerthermostaat warmtevraag creëert, zal het
toestel ontsteken. Als het toestel in een wachttijd staat (na
cv-of tapwatervraag) zal het pas ontsteken wanneer deze
condities zijn opgeheven. Op het display is bij cv-werking
een -c- te zien. Bij cv-vraag stroomt het water uit de cv-
installatie door de cv-wisselaar (161), via de driewegklep
(95), die dan bekrachtigd is, de cv-installatie weer in.
Werking voor tapwater verwarming
Voor tapwater verwarming zijn de volgende situaties te
onderscheiden:
1. Er wordt water getapt: de stromingssensor (136)
signaleert deze waterstroom. In dit geval komt het
toestel direct in bedrijf voor tapwaterverwarming. Als
het toestel op het moment van tappen voor cv-vraag
bezig is, zal, zonder dat de brander uit gaat en de pomp
stopt, de driewegklep omschakelen. Het toestel gaat
verder met tapwaterverwarming en op het display is
een -h- te zien. De regeling van het toestel gebruikt de
cv-retoursensor voor de temperatuurregeling van het
tapwater.
2. Als het toestel in de Economystand voor tapwater
staat, schakelt het toestel alleen op
tapwaterverwarming over als er daadwerkelijk water
wordt getapt (situatie als bij nr. 1 hierboven).
De cv-wisselaar wordt niet op temperatuur gehouden.
34
5.
Gesloten ruimte
6.
Display
7.
Gastoevoer
8.
Uitlaat warm tapwater
9.
Toevoer koud tapwater
10.
Aanvoer-cv
11.
Retour-cv
14.
Overstortventiel cv-zijdig
16.
Ventilator
19.
Verbrandingskamer
29.
Toesteluitgang verbrandingsgassen
32.
Toestel pomp
34.
Temperatuursensor (cv-aanvoer/warmhoudstand)
35.
Luchtafscheider
36.
Automatische vlotterontluchter
44.
Gasblok
49.
Maximaalthermostaat
68.
Elektrakast
82.
Ionisatie-elektrode
83.
Branderautomaat
95.
Driewegklep
101.
Print DMF04C of hogere versie
114.
Watergebrekschakelaar
136.
Stromingssensor voor warm water
145.
Manometer
161.
Condenserende warmtewisselaar
186.
Temperatuursensor (cv-retour/tapwaterregeling)
188.
Gloeiontsteker
191.
Rookgassensor
193.
Sifon
194.
Warmtewisselaar tapwater
196.
Condensopvangbak
198.
Siliconen-slang (voor pneumatisch signaal)
199.
Afdichtdop
200.
Aftapkraan cv-water
201.
Mengkamer
202.
Transformator 230V/24V
204.
Pc-aansluiting
207.
Toestelconnector
221.
Bypasskogelkraan
3. Als het toestel in de Comfortstand voor tapwater staat,
wordt de cv-wisselaar op een bepaalde minimum
temperatuur gehouden om snel warmwater te kunnen
leveren.
a. Als het toestel standby staat, zal de cv-wisselaar
opgewarmd worden als de temperatuur van deze
wisselaar onder de 45
17). Dit wordt gemeten met de cv-aanvoersensor (34)
De wisselaar wordt opgewarmd tot 50
van instelbare parameter 20)
b. Als het toestel voor cv-bedrijf werkt, zal de regeling niet
op de temperatuur van de cv-wisselaar letten, ook al
staat het toestel op de comfortstand.
c. Na het beëindigen van de cv-vraag, dus tijdens het
nadraaien van de pomp, geldt het volgende:
- Als de cv-aanvoertemperatuur tijdens het nadraaien
o
< 33
C (parameter 15) wordt, schakelt de
driewegklep om, de brander gaat aan en de cv-
wisselaar wordt opgewarmd tot 50
de pomp met draaien, ook voor cv-bedrijf.
- Als de temperatuur tijdens het nadraaien > 33
blijft, zal de pomp tot aan het einde van de
ingestelde nadraaitijd blijven nadraaien voor cv-
bedrijf en pas hierna zal de driewegklep
omschakelen en het toestel zal de cv-wisselaar
gaan opwarmen (paraatstand tapwater).
o
C komt (instelbare parameter
o
C (afhankelijk
o
C. Hierna stopt
o
C