De F-waarde en de sluitertijd knipperen wanneer u de sluiterknop half ingedrukt
houdt.
• De belichting is niet goed. Corrigeer de belichting (pagina 56).
De kleuren van het beeld zijn niet juist.
• Pas de witbalans aan (pagina 59).
In het beeld verschijnt ruis wanneer u op een donkere plaats naar het scherm
kijkt.
• De camera probeert de zichtbaarheid van het scherm te verhogen door het beeld tijdelijk helderder te
maken onder omstandigheden met een slechte verlichting. Dit is niet van invloed op het opgenomen
beeld.
De ogen van het onderwerp zijn rood.
• Stel [Rode-ogenvermind.] in op [Autom.] of [Aan] (pagina 89).
• Neem het onderwerp op vanaf een afstand korter dan het flitsbereik bij gebruik van de flitser.
• Verlicht het vertrek en neem het onderwerp op.
• Werk het beeld bij met [Bijwerken] t [Rode-ogen-correctie] in het weergavemenu (pagina 78) of
corrigeer met "PMB".
Er verschijnen puntjes op het scherm.
• Dit is normaal. Deze puntjes worden niet opgenomen.
Beelden kunnen niet continu worden opgenomen.
• Het interne geheugen of de geheugenkaart is vol. Verwijder overbodige beelden (pagina 44).
• De accu is bijna leeg. Plaats een opgeladen accu.
Hetzelfde beeld wordt meerdere keren opgenomen.
• Stel [Burstinstellingen] in op [Één beeld] (pagina 53).
• Stel [Bracket-instellingen] in op [Uit] (pagina 55).
• [Scèneherkenning] is ingesteld op [Geavanceerd] (pagina 64).
Beelden weergeven
Beelden kunnen niet worden weergegeven.
• Zorg ervoor dat de geheugenkaart volledig in de camera is geplaatst.
• De naam van de map of het bestand is gewijzigd op de computer.
• Er zijn geen garanties voor het afspelen op deze camera van bestanden die beelden bevatten die op
een computer verwerkt werden of beelden die met andere camera's werden opgenomen.
• De camera is ingesteld op de USB-functie. Annuleer de USB-verbinding (pagina 127).
• Gebruik "PMB" om beelden die opgeslagen zijn op een pc weer te geven op deze camera.
De datum en tijd worden niet weergegeven.
• De schermweergave is enkel ingesteld om beelden weer te geven. Druk op de DISP
(Scherminstellingen)-toets om informatie weer te geven (pagina 34).
De linker- en rechterkant van het scherm worden in zwart weergegeven.
• [Autom. Oriëntatie] is ingesteld op [Aan] (pagina 88).
139
NL