doet. Gebruik de aanbevolen hoeveelheid
wasmiddel geschikt voor de waterhard-
heid en de was.
• Er is teveel wasmiddel gebruikt. >>> Ge-
bruik de aanbevolen hoeveelheid was-
middel geschikt voor de waterhardheid
en de was.
Wasresultaat is slecht: Vlekken verdwij-
nen niet of de was is niet wit. (**)
• Er is onvoldoende hoeveelheid wasmid-
del gebruikt. >>> Gebruik de aanbevolen
hoeveelheid wasmiddel geschikt voor de
waterhardheid en de was.
• Te veel wasgoed geladen. >>> Laad niet
te veel wasgoed in het product. Laad met
hoeveelheden aanbevolen in de "Tabel
programma en verbruik".
• Verkeerde programma en temperatuur
waren geselecteerd. >>> Selecteer het
juiste programma en de juiste tempera-
tuur voor het te wassen wasgoed.
• Er is verkeerd soort wasmiddel gebruikt.
>>> Gebruik origineel wasmiddel geschikt
voor de machine.
• Wasmiddel is in het verkeerde vak ge-
daan. >>> Doe het wasmiddel in het juiste
vak. Mix geen bleekmiddel en wasmiddel
met elkaar.
Wasresultaat is slecht: Vettige vlekken
verschijnen op het wasgoed. (**)
• De trommel is niet regelmatig gereinigd.
>>> Reinig de trommel regelmatig. Voor
deze procedure, zie Het reinigen van de
laaddeur en de trommel [} 50]
Wasresultaat is slecht: De kledingstuk-
ken hebben een onaangename geur. (**)
• Geurtjes en bacteriën accumuleren op de
trommel als resultaat van het doorlopend
wassen aan lagere temperaturen en/of
bij korte programma's. Laat de wasmid-
dellade en de laaddeur van het product
op een kier na elke wasbeurt. Zo wordt
geen gunstige omgeving gecreëerd voor
bacteriën in de machine
Kleur van de kleding is vervaagd. (**)
• Te veel wasgoed geladen. >>> Laad niet
te veel wasgoed in het product.
• Het in gebruik zijnde wasmiddel is voch-
tig. >>> Bewaar wasmiddel afgesloten in
een vochtvrije ruimte en stel deze niet
bloot aan extreme temperaturen.
• Er is een hogere temperatuur geselec-
teerd. Selecteer het juiste programma en
de juiste temperatuur overeenstemmend
het soort en vervuilingsgraad van het
wasgoed.
De wasmachine spoelt niet goed.
• De hoeveelheid, het merk en de bewaar-
omstandigheden van het wasmiddel zijn
ongeschikt. >>> Gebruik een geschikt
wasmiddel voor de wasmachine en uw
wasgoed. Bewaar wasmiddel afgesloten
in een vochtvrije ruimte en stel deze niet
bloot aan extreme temperaturen.
• Wasmiddel is in het verkeerde vak ge-
daan. >>> Plaats het wasmiddel en de
wasverzachter in het juiste vak.
• Pompfilter is verstopt. >>> Controleer het
filter.
• Afvoerslang is dubbelgevouwen. >>>
Controleer de afvoerslang.
Wasgoed werd stijf na het wassen. (**)
• Er is onvoldoende hoeveelheid wasmid-
del gebruikt. >>> Het gebruik van onvol-
doende hoeveelheid wasmiddel voor de
waterhardheid kan veroorzaken dat het
wasgoed met de tijd stijf wordt. Gebruik
een geschikte hoeveelheid wasmiddel
overeenkomstig de waterhardheid.
• Wasmiddel is in het verkeerde vak ge-
daan. >>> Plaats het wasmiddel en de
wasverzachter in het juiste vak.
• Wasmiddel is gemengd met de wasver-
zachter. >>> Meng geen wasverzachter
met wasmiddel. Was en reinig de lade
met heet water.
Wasgoed ruikt niet naar de wasverzach-
ter. (**)
• Wasmiddel is in het verkeerde vak ge-
daan. >>> Plaats het wasmiddel en de
wasverzachter in het juiste vak.
• Wasmiddel is gemengd met de wasver-
zachter. >>> Meng geen wasverzachter
met wasmiddel. Was en reinig de lade
met heet water.
NL / 55