Het is raadzaam geschikte hand-
schoenen te dragen zodat u niet in
direct contact komt met het was-
middel en andere reinigingsmateri-
alen die u zult verwijderen uit de
wasmiddellade.
1. Druk op het blauwe deel in het middel
van de wasmiddellade om het naar u toe
te trekken en het te verwijderen.
2. Verwijder de afvoerstok van de sleuf
achterin de lade.
3. Plaats de sleuf achter de wasmiddellade
om deze leeg te maken naar de binnen-
zijde van het vak dat u wilt leegmaken.
4. Duw de afvoerstok in de sleuf achter het
wasmiddelvak.
5. Het wasmiddel begint in de container te
stromen.
6. Dit geldt ook voor het wasverzachter-
vak.
7. De geleiders die het bovenste deksel
van de wasmiddellade vasthouden, wor-
den verwijderd met een platte schroe-
vendraaier (er zijn 6 geleiders in totaal,
twee elk rechts, links en achteraan op de
lade) en de binnenzijde van de lade
wordt gewassen.
8. Aan het einde van het wasproces wordt
het deksel in de lade gevoerd. Zorg er-
voor dat alle geleiders correct zijn aan-
gebracht. Als de geleiders niet passen,
kan de vloeistof uit de lade spatten, of
het wasmiddelvak kan geblokkeerd ra-
ken in de rail van de lade of moeilijk be-
wegen. Om die reden moet u ervoor zor-
gen dat de geleiders stevig zijn aange-
bracht.
9. Voeg de afvoerstok terug in de sleuf
achteraan op de lade.
10.Breng de lade opnieuw aan, maar let er-
op dat de sleuf de lade open en dicht
schuift. Zodra het wasmiddel en de ver-
zachter zijn toegevoegd, zijn ze klaar
voor gebruik in programma's met een
dosering.
7.2 Het reinigen van de laaddeur en
de trommel
Zie voor producten met een trommelreini-
gingsprogramma het hoofdstuk 'Bediening
van het product'.
Herhaal het trommelreiningsproces
elke 2 maanden.
OPMERKING: Gebruik een anti-
kalkmiddel dat geschikt is voor
wasmachines.
NL / 50