Inhoudsopgave
Advertenties
4. Uitleg van de begrippen
Geleidingswaarden (objectidentificatie):
De geleidingsboog toont segmenten, die elk meerdere geleidingen
vertegenwoordigen. Het getal in het midden toont het voorwerp-ID van het
gevonden voorwerp op basis van de geleidbaarheid. De exacte waarde varieert
afhankelijk van de bodemsoort, de grootte van het object, hoe diep het begraven
is, enz. Bovendien verandert het niveau van het geluidssignaal van de detector
afhankelijk van de geleidbaarheid. Het volgende overzicht laat globaal zien welk
metaal welke geleiding bereikt:
Threshold:
Met de Threshhold-functie klinkt er een permanent geluidssignaal. Dit helpt
om zelfs de kleinste veranderingen in het geluid „door zeer kleine objecten
zoals kleine goldnuggets en metalen deeltjes" waar te nemen. Afhankelijk van
de hoofdtelefoon moet het volume zo worden aangepast dat het geluid zo stil
mogelijk is, maar de kleinste veranderingen wel hoorbaar zijn. Op deze manier
kunt u horen wanneer een zeer klein of zeer diep voorwerp wordt gedetecteerd.
Tonen/Toonverschuiving/Fesen:
Verschillende objecten worden met verschillende tonen aangegeven door de
detector. Door middel van toonverschuiving kan worden bepaald vanaf welke
geleidingswaarde de detector een andere toon toepast. Met Fesen kunt u de
volume van het gediscrimineerde ijzer instellen.
Frequentieverschuiving:
Andere detectoren en andere elektrische stroombronnen kunnen de
detectorsignalen verstoren. De frequentie kan worden gewijzigd door middel van
een frequentieverschuiving uit te voeren om zulke storingen te beperken.
8
Advertenties
Inhoudsopgave
