Inhoudsopgave
Advertenties
8. Instellingen
FREQUENTIEVERSCHUIVING. Houd de onderste
knop ingedrukt en selecteer een van de vijf kanalen met de
volumeknoppen.
GROND TRACKING. Houd de
toets ingedrukt en druk
vervolgens op de
toets om de grondtracking in of uit te
schakelen. De detector voert tijdens het gebruik automatisch
grondbalans uit om valse signalen door mineralisatie te
verminderen.
GRONDBALANS. Om een grondbalans uit te voeren, houdt u de
onderste
knop ingedrukt en beweegt u de spoel op en neer va-
naf ongeveer 20 cm tot 2,5cm boven het grondoppervlak, totdat u
een bevestigingstoon hoort. Voor handmatige grondbalans drukt u
één keer op de onderste
knop en past u de diepte aan met
de / knoppen.
RESET DE DETECTOR. Als de detector is uitgeschakeld, houdt u
de
knop ingedrukt tot het scherm opnieuw opstart om de
detector te resetten naar de fabrieksinstellingen.
13
Advertenties
Inhoudsopgave
