Ook kan een koppeling met het SafeNet systeem tot stand gebracht worden.
Voor al deze applicaties dient contact met de Alphatronics helpdesk opgenomen te worden.
Let op: Seriële poort 2 kan niet gelijktijdig met seriële poort 3 gebruikt worden. Jumpers J47 en J48 bepalen
of seriele poort 2 of seriele poort 3 toegepast wordt.
Instellingen Seriële poort 3
De derde seriële poort is de RS-485 bus. Standaard staat deze ingesteld op Uitgeschakeld. Door deze poort
in te stellen als AlphaVision en de RS-485 bus van een AlphaVision (96, NG of XL) systeem aan te sluiten
wordt de AlphaCom XL door de AlphaVision beveiligingscentrale gezien als een AlphaCom (IP).
Wanneer de AlphaCom XL gebruikt maakt van de AlphaVision bus, dienen ook de instellingen onder
AlphaVision-bus instellingen gecontroleerd te worden. Dit zijn:
De AlphaCom XL kan de status van de eigen netvoeding en battery-pack terugmelden aan de AlphaVision.
Wanneer het doorgeven van Sabotage Alarm op Ja gezet wordt, dan zal de status van de
sabotageschakelaar S1 op de AlphaCom XL aan de AlphaVision doorgegeven worden.
Let op: bij gebruik van de RS-485 bus is de AlphaCom XL van een eigen voedingsspanning (en batterypack)
en wordt gevoed via de -+16VDC klemmen en dient bij de RS-485 bus alleen de 0V, A en B aangesloten te
worden. De +-klem van de RS-485 bus wordt dan niet aangesloten !
Let op: Seriële poort 2 kan niet gelijktijdig met seriële poort 3 gebruikt worden. Jumpers J47 en J48 bepalen
of seriële poort 2 of seriële poort 3 toegepast wordt.
Let op: bij gebruik van de RS-485 bus dienen de jumpers J24 en J25 verwijderd te zijn (zie aansluitschema
blz.
).
10
Installatiehandleiding AlphaCom XL transceiver
Rev. 2.2 10-07-2014
Blz. 34/65