Luchtdruk banden controleren.
Alleen KM 120/150 R LPG: Gasslangen
en schroefverbindingen leidingen con-
troleren.
Alleen KM 120/150 R LPG: Gasfilter in
de schroefverbinding naar de gasfles
toe op verontreinigingen inspecteren,
zonodig reinigen (elke keer als de gas-
fles gewisseld wordt).
Werking van alle bedieningsonderdelen
controleren.
Onderhoud wekelijks:
Brandstof- of gasleidingsysteem op lek-
kages controleren.
Terugloopfilter van het veegsysteem
controleren.
Luchtfilter controleren.
Oliepeil veeghydrauliek controleren.
Hydraulische slangen op lekkages con-
troleren.
Controleren of beweeglijke onderdelen
gemakkelijk lopen.
Afdichtlijsten in het veegbereik contro-
leren op instelling en slijtage.
Onderhoud alle 100 bedrijfsuren:
Brandstof- of gasleidingsysteem op lek-
kages controleren.
Motorolie verversen (eerste verversing
na 20 bedrijfsuren).
Alleen KM 120/150 R G en R LPG: Bou-
gie controleren.
Zitcontactmat op werking controleren.
Accuzuurpeil controleren.
Spanning, slijtage en werking van de
aandrijfriemen (V-snaar en rondprofiel-
snaar) controleren.
Onderhoud na slijtage:
Afdichtlijsten vervangen.
Veegrol vervangen.
Zijbezems vervangen.
Beschrijving zie hoofdstuk 'Onderhouds-
werkzaamheden'.
Tip
Alle service- en onderhoudswerken bij on-
derhoud door de klant, dienen door een ge-
kwalificeerde vakman uitgevoerd te
worden. Zo nodig kan altijd een Kärcher-
specialist erbij geroepen worden.
Onderhoud door de klantenservice
Onderhoud na 20 bedrijfsuren:
Eerste inspectie uitvoeren.
Onderhoud alle 100 bedrijfsuren
Onderhoud alle 200 bedrijfsuren
Onderhoud alle 300 bedrijfsuren
Tip
Om aanspraken op garantie te houden,
moeten tijdens de garantietijd alle service-
en onderhoudswerken door de geautori-
seerde Kärcher-klantendienst overeen-
komstig het onderhoudsboekje gedaan
worden.
Onderhoudswerkzaamheden
Voorbereiding:
Veegmachine op een egaal oppervlak
neerzetten.
Contactsleutel op '0' draaien en sleutel
uittrekken.
Parkeerrem vastzetten.
Algemene veiligheidsinstructies
Gevaar
Verwondingsgevaar! Bij werkzaamheden
aan de hoogleging veeggoedcontainer vol-
ledig omhoog brengen en vastzetten.
Zekeringssteun in de zuigerstang van
de hefcilinder plaatsen en vastzetten.
Gevaar
Gevaar voor verwonding door nadieselen
van motor! Na het afzetten van de motor 5
seconden wachten. In deze tijd absoluut
wegblijven van het werkgebied.
Voor alle onderhouds- en reparatie-
werkzaamheden apparaat voldoende
laten afkoelen.
Warme onderdelen, zoals aandrijfmotor
en uitlaat niet aanraken.
Motorolie, stookolie, diesel en
benzine niet in het milieu te-
recht laten komen. Gelieve
bodem te beschermen en
oude olie op een milieuvrien-
delijke manier tot afval verwer-
ken.
Veiligheidsvoorschriften accu's
Let bij de omgang met accu's absoluut op
de volgende waarschuwingstip:
Aanwijzingen voor de accu, in
de gebruiksaanwijzing en in
de voertuighandleiding opvol-
gen!
Veiligheidsbril dragen!
Kinderen uit de buurt houden
van zuren en accu's!
Explosiegevaar!
Vuur, vonken, open licht en ro-
ken verboden!
Gevaar van brandwonden!
11
-
NL
Eerste hulp!
Waarschuwingstekst!
Verwijdering!
Accu niet in vuilnisbak gooien!
Gevaar
Explosiegevaar! Geen materiaal of iets der-
gelijks op de accu, d.w.z. op de polen en
verbindingsstrips van accucellen leggen.
Gevaar
Gevaar voor verwonding! Wonden nooit in
contact met lood laten komen. Na het wer-
ken aan accu's altijd de handen reinigen.
Accu in apparaat plaatsen en aansluiten
Apparaatkap openen en vastzetten
(afbeelding 3).
Accu in de accuklemmen plaatsen.
Klemmen op de accubodem vast-
schroeven.
Poolklem (rode kabel) op de pluspool
(+) aansluiten.
Poolklem op minpool (-) aansluiten.
Accu laden
Gevaar
Gevaar voor verwonding! Houd u aan de
veiligheidsvoorschriften bij het omgaan met
accu's. De gebruiksaanwijzing van de fabri-
kant van het laadapparaat opvolgen.
Accu afklemmen.
Pluspool-leiding van het laadtoestel
met de pluspoolaansluiting van de accu
verbinden.
Minpool-leiding van het laadtoestel met
de minpoolaansluiting van de accu ver-
binden.
Stekker in het stopcontact steken en
laadtoestel inschakelen.
Accu met de kleinst mogelijke laad-
stroom laden.
Vloeistofpeil van de accu controleren en
bijstellen
Waarschuwing
Bij met zuur gevulde accu's regelmatig de
vloeistofstand controleren.
Alle celsluitingen uitdraaien.
Bij te lage vloeistofstand cellen met ge-
destilleerd water tot aan de markering
bijvullen.
Accu laden.
Celsluitingen inschroeven.
13