• Plaats onder beide voorwielen een vlak voorwerp met
een dikte van ongeveer 4 mm. Er kan onder andere ge-
bruik gemaakt worden van de meegeleverde sleutel.
• Draai de messen met de hand verticaal tot de mesuitein-
den zo dicht mogelijk bij de grond komen.
• Wanneer de messen de grond raken moeten ze met de 2
diepteregelingsknoppen (links en rechts) verhoogd worden
(draaien in tegenwijzerzin) totdat ze de grond net niet meer
raken.
• Draai hier steeds gelijkmatig in wijzerzin aan beide diep-
teregelingsknoppen.
• Wanneer de messen de grond net niet raken is
de hoogte-instelling in orde.
• Controleer of de voorkant van de verticuteermachine
horizontaal staat, zo niet moet de diepteregeling opnieuw uitgevoerd worden.
• Verwijder de voorwerpen voorzichtig van onder beide voorwielen.
• Draai de buitenmoer van het linker en rechter voorwiel weer vast om de diepteregeling
te vergrendelen.
• Plaats de sleutel terug in de rechter duwbeugel.
Ter info:
Als de diepteregeling op de voorwielen aan het einde van de regelmogelijkheid
komt, kan men de diepte-instelling op de achterwielen benutten.
Verwijder de beide achterwielen met de meegeleverde wielsleutel. Monteer de
wielen opnieuw maar nu in de hoogste bevestigingsgaten. Nu raken de messen
opnieuw de bodem en moet men de fi jnregeling afwerken op de diepte-instelling
van de voorwielen.
De regeling op de achterwielen kan slechts eenmalig worden uitgevoerd per mes-
senset. Wanneer een nieuwe messenset wordt aangebracht, moeten de achter-
wielen opnieuw in de oorspronkelijke bevestigingsgaten gemonteerd worden.
35