Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Indicaties En Instellingen Van De Boordcomputer - Bosch SPARTA M93 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Nederlands–4
Als u het eBike-systeem wilt uitschakelen, heeft u de vol-
gende mogelijkheden:
– Druk op de aan-/uittoets 5 van de boordcomputer.
– Schakel de eBike-accu aan de aan-/uittoets uit (zie ge-
bruiksaanwijzing van de accu).
– Verwijder de boordcomputer uit de houder.
Als de eBike zo'n 10 minuten lang niet beweegt en er geen
knop op de boordcomputer wordt ingedrukt, zal het eBike-
systeem zichzelf automatisch uitschakelen om energie te
besparen.
eShift (optioneel)
eShift omvat de integratie van automatische schakelsyste-
men in het eBike-systeem. Om de bestuurder optimaal van
ondersteuning te voorzien, zijn de functieweergave en het
menu met basisinstellingen speciaal aangepast voor de func-
tie „eShift".
eShift met NuVinci H|Sync
Via een vooraf gedefinieerde voorkeurstrapfrequentie wordt
al naar gelang uw snelheid automatisch de meest optimale
versnelling ingesteld. In de handmatige modus is het mogelijk
om tussen meerdere versnellingen te kiezen.
In de modus „ NuVinci Trapfreq." kunt u met de toetsen
„–" resp. „+" aan de bedieningseenheid de gewenste trap-
frequentie verhogen of verlagen. Als u de toetsen „–" resp.
„+" ingedrukt houdt, verhoogt of verlaagt, dan vermindert u
de trapfrequentie in stappen van vijf. De gewenste trapfre-
quentie wordt op het display weergegeven.
In de modus „ NuVinci Versnelling" kunt u met de toetsen
„–" resp. „+" aan de bedieningseenheid tussen meerdere
vaste overbrengingen vooruit en terugschakelen. De telkens
gekozen overbrenging (versnelling) wordt op het display
weergegeven.
eShift met SRAM DD3 Pulse
De naafschakeling van de SRAM DD3 Pulse werkt afhankelijk
van de snelheid. Hierbij wordt onafhankelijk van de gekozen
versnelling van de kettingschakeling een van de drie versnel-
lingen van de naafschakeling automatisch gekozen
„ Autom. versn. keuze".
Bij elke versnellingswissel van de naafschakeling wordt de ge-
kozen versnelling kortstondig op het display weergegeven.
Als de eBike vanuit een snelheid van boven de 10 km/u tot
stilstand wordt gebracht, kan het systeem automatisch terug-
schakelen naar een vooraf ingestelde „Startversnelling". De
„Startversnelling" kan in het menu met basisinstellingen
worden ingesteld (zie „Basisinstellingen weergeven en aan-
passen" op pagina Nederlands–6).
In de modus „ Versnelling" kunt u met de toetsen„–" resp.
„+" aan de bedieningseenheid tussen meerdere vaste over-
brengingen vooruit en terugschakelen. De gekozen overbren-
ging (versnelling) wordt op het display weergegeven.
0 276 001 SPI | (3.6.15)
Ook in de handmatige modus „ Versnelling" kan het sy-
steem automatisch terugschakelen naar een ingestelde
„Startversnelling" .
Omdat de aandrijfeenheid de schakelbewerking herkent en
daarom de motorondersteuning kortstondig reduceert, is ook
het schakelen onder last of op een helling altijd mogelijk.
eShift met Shimano Di2
Voor Shimano eShift schakelt u de versnelling via de Shima-
no-stuurhendel.
Bij elke versnellingswissel van de naafschakeling wordt de ge-
kozen versnelling kortstondig op het display weergegeven.
Omdat de aandrijfeenheid de schakelbewerking herkent en
daarom de motorondersteuning kortstondig reduceert, is ook
het schakelen onder last of op een helling altijd mogelijk.
Als de eBike vanuit een snelheid van boven de 10 km/u tot
stilstand wordt gebracht, kan het systeem automatisch terug-
schakelen naar een vooraf ingestelde „Startversnelling". De
„Startversnelling" kan in het menu met basisinstellingen
worden ingesteld (zie „Basisinstellingen weergeven en aan-
passen" op pagina Nederlands–6).
Indicaties en instellingen van de
boordcomputer
Energievoorziening van de boordcomputer
Zit de boordcomputer in de houder 4, is een voldoende gela-
den accu in de eBike geplaatst en is het eBike-systeem inge-
schakeld, dan wordt de boordcomputer via de accu van de
eBike van energie voorzien.
Wordt de boordcomputer uit de houder 4 genomen, dan ge-
beurt de energievoorziening via een interne accu. Is de inter-
ne accu bij het inschakelen van de boordcomputer zwak, dan
verschijnt gedurende 3 s „Met fiets verbinden" in de tekstin-
dicatie d. Daarna schakelt de boordcomputer opnieuw uit.
Voor het opladen van de interne accu plaatst u de boordcom-
puter opnieuw in de houder 4 (als een accu in de eBike ge-
plaatst is). Schakel de eBike-accu aan de aan-/uittoets in (zie
gebruiksaanwijzing van de accu).
U kunt de boordcomputer ook via de USB-aansluiting opla-
den. Open hiervoor de beschermkap 8. Verbind de USB-bus
7 van de boordcomputer via een passende USB-kabel met
een gebruikelijke USB-lader of de USB-aansluiting van een
computer (5 V laadspanning; max. 500 mA laadstroom). In
de tekstindicatie d van de boordcomputer verschijnt „USB
aangesloten".
Als u uw eBike gedurende enkele weken niet gebruikt,
dient u de boordcomputer uit zijn houder te halen. Be-
waar de boordcomputer in een droge omgeving bij kamer-
temperatuur. Laad de boordcomputeraccu regelmatig op.
Bosch eBike Systems
Boordcomputer in-/uitschakelen
Voor het inschakelen van de boordcomputer drukt u kort op
de aan-/uittoets 5. De boordcomputer kan (bij voldoende ge-
laden interne accu) ook ingeschakeld worden als deze niet in
de houder geplaatst is.
Voor het uitschakelen van de boordcomputer drukt u op de
aan-/uittoets 5.
Is de boordcomputer niet in de houder geplaatst, dan scha-
kelt deze zich 1 minuut nadat de laatste toets is ingedrukt om
energiebesparende reden uit.
Accuoplaadindicatie
De acculaadindicatie i geeft de laadtoestand van de eBike-
accu aan, niet de laadtoestand van de interne accu van de
boordcomputer. De laadtoestand van de eBike-accu kan
eveneens aan de LED's aan de accu zelf afgelezen worden.
In de indicatie i komt elk streepje in het accusymbool overeen
met ongeveer 20 % van de capaciteit:
De eBike-accu is volledig geladen.
De eBike-accu moet bijgeladen worden.
De LED's van de laadtoestandsindicatie aan de
accu gaan uit. De capaciteit voor de ondersteuning
van de aandrijving is opgebruikt en de ondersteuning wordt
uitgeschakeld. De resterende capaciteit wordt voor de ver-
lichting en de boordcomputer ter beschikking gesteld, de in-
dicatie knippert.
De capaciteit van de eBike-accu volstaat voor nog ongeveer
2 uur fietsverlichting. Met andere verbruikers (bijv. automati-
sche transmissie, laden van externe toestellen aan de USB-
aansluiting) wordt hierbij geen rekening gehouden.
Wordt de boordcomputer uit de houder 4 genomen, dan blijft
de laatst weergegeven acculaadtoestand opgeslagen.
Ondersteuningsniveau instellen
U kunt aan de bedieningseenheid 10 instellen hoe sterk de
eBike-aandrijving u bij het trappen ondersteunt. Het onder-
steuningsniveau kan altijd, ook tijdens het fietsen, gewijzigd
worden.
Opmerking: In sommige uitvoeringen is het ondersteunings-
niveau mogelijk vooraf ingesteld en kan dit niet worden gewij-
zigd. Het is ook mogelijk dat er uit minder ondersteuningsni-
veaus dan hier vermeld kan worden gekozen.
De volgende ondersteuningsniveaus staan maximaal ter be-
schikking:
– „OFF": de motorondersteuning is uitgeschakeld, de eBike
kan zoals een normale fiets alleen door te trappen voortbe-
wogen worden. De duwhulp/vertrekhulp kan in dit onder-
steuningsniveau niet geactiveerd worden.
– „ECO": effectieve ondersteuning met maximale efficiëntie
voor maximaal bereik
– „TOUR": gelijkmatige ondersteuning voor tochten met
groot bereik
Bosch eBike Systems
Nederlands–5
– „SPORT": krachtige ondersteuning voor sportief rijden op
heuvelachtige stukken en voor rijden in de stad
– „TURBO": maximale ondersteuning bij flink doortrappen,
voor sportief rijden
Voor het verhogen van het ondersteuningsniveau drukt u zo
vaak op de toets „+" 13 aan de bedieningseenheid tot het ge-
wenste ondersteuningsniveau op de indicatie b verschijnt,
voor het verlagen op de toets „–" 12.
Het opgeroepen motorvermogen verschijnt op de indicatie a.
Het maximale motorvermogen hangt van het gekozen onder-
steuningsniveau af.
Ondersteunings-
Ondersteuningsfactor*
niveau
(Kettingschakeling)
Cruise
Speed
„ECO"
50 %
55 %
50 %
„TOUR"
120 %
120 %
120 %
„SPORT"
190 %
190 %
210 %
„TURBO"
275 %
275 %
300 %
* Het motorvermogen kan bij sommige uitvoeringen afwijken.
Wordt de boordcomputer uit de houder 4 genomen, dan blijft
het laatst weergegeven ondersteuningsniveau opgeslagen,
de indicatie a van het motorvermogen blijft leeg.
Duwhulp/ vertrekhulp in-/uitschakelen
Bij de Speed-variant kan de duwhulp ook als vertrekhulp ge-
bruikt worden. De vertrekhulp wordt bij 18 km/h uitgescha-
keld.
De duwhulp/vertrekhulp kan u het duwen van of het vertrek-
ken met de eBike vergemakkelijken. De snelheid in deze func-
tie is afhankelijk van de gekozen versnelling en kan afhankelijk
van de uitvoering maximaal 6 km/h of 18 km/h bereiken. Hoe
kleiner de gekozen versnelling is, des te lager is de snelheid in
deze functie (bij maximaal vermogen).
De functie duwhulp/vertrekhulp mag uitsluitend bij het
duwen van of vertrekken met de eBike gebruikt wor-
den. Hebben de wielen van de eBike bij het gebruik van de
duwhulp geen contact met de bodem, dan bestaat verwon-
dingsgevaar.
Voor het inschakelen van de duwhulp/vertrekhulp drukt u op
de toets „WALK" 14 aan de bedieningseenheid en houdt u
deze toets ingedrukt. De aandrijving van de eBike wordt inge-
schakeld.
Opmerking: De duwhulp/vertrekhulp kan in het ondersteu-
ningsniveau „OFF" niet geactiveerd worden.
De duwhulp/vertrekhulp wordt uitgeschakeld zodra een van
de volgende situaties van toepassing is:
– U laat de toets „WALK" 14 los,
– de wielen van de eBike worden geblokkeerd (bijv. door het
remmen of het raken van een hindernis),
– de snelheid overschrijdt 6/18 km/h.
0 276 001 SPI | (3.6.15)
CX

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Sparta b3

Inhoudsopgave