Operationele controles
De temperatuur wordt ingesteld
via de regelaar aan de achter-
kant van het apparaat. Plaats
het in op een middenpositie
(3) om de optimale tempera-
tuur in te stellen voor normaal
gebruik. Hoe verder u de knop
met de wijzers van de klok mee
met behulp van een muntstuk
draait (4 - 5), hoe lager de temperatuur in
het apparaat. Hoe verder u de knop tegen
de wijzers van de klok in draait (1 - 2), hoe
hoger de temperatuur in het apparaat zal zijn.
Gebruik een thermometer om te controleren
of de gewenste temperatuur is bereikt. In de
O-positie is het apparaat uitgeschakeld.
Vrieskastdeur
De vrieskastdeur moet altijd gesloten blijven
om te voorkomen dat levensmiddelen ont-
dooien. Dit voorkomt ook grote ophopingen
van ijs en vorst. Zorg er daarom voor dat de
deur alleen wordt geopend wanneer er levens-
middelen worden uitgehaald of erin worden
gedaan.
Vriezen / Opslaan van levensmiddelen
• Het apparaat is bestemd voor het invriezen
van levensmiddelen, voor het langdurig
bewaren van diepvriesproducten en de
productie van ijsblokjes.
• Verse levensmiddelen moeten zo snel
mogelijk tot de kern worden ingevroren,
zodat de voedingswaarde, vitaminen enz.
niet verloren gaan. Leg daarom de voor
invriezing bereide levensmiddelen in een of
twee rijen in de vriezer.
• Breng ze niet in contact met levensmidde-
len die al bevroren zijn.
• Overschrijd de maximale invriescapaciteit
per dag niet! De corresponderende waarde
van de maximale invriescapaciteit vindt u
op het productinformatieblad aan het einde
van deze handleiding.
• De vriestijd wordt verkort wanneer de in
te vriezen levensmiddelen in kleine porties
worden verdeeld.
• Bewaar de diepvriesproducten alleen
verpakt in het apparaat. Als verpakkings-
materiaal kunt u ongekleurde kunststof-
folie/- zakken of aluminiumfolie gebruiken.
4
Ontlucht de verpakking voor het invriezen
3
5
goed en controleer of deze luchtdicht is.
2
0
Plak op elke verpakking een etiket met
1
daarop de inhoud, invriesdatum en de
uiterste houdbaarheidsdatum.
• Vries geen koolzuurhoudende dranken,
geen warme voedingsmiddelen of vloeistof-
fen in glazen verpakkingen of flessen in.
• Laat de bevroren producten in een koelkast
ontdooien. De levensmiddelen behouden
hun smaak beter wanneer ze langzaam
ontdooien. Bovendien kan de koude die ze
afgeven gebruikt worden om de gewenste
temperatuur in de koelkast te behouden.
• Laat de deur gesloten als het apparaat
bijv. door een stroomuitval voor langere tijd
uitgeschakeld is. Dit voorkomt een groter
verlies van kou. De maximale bewaartijd
bij storingen vindt u in het productinforma-
tieblad aan het einde van de handleiding.
Door de verhoogde binnentemperatuur
wordt de bewaartijd van het voedsel
verkort.
De houdbaarheidsdata voor diepvriesproduc-
ten worden in de tabel in maanden gegeven.
Bewaar diepvriesproducten niet langer dan
de aangegeven tijd in de vriezer. Het is echter
absoluut noodzakelijk dat u de vervaldatum
van de bevroren goederen, zoals opgegeven
door de fabrikant, in acht neemt.
- 45 -