Hoofdstuk 6. RAID
Wat is RAID
RAID (Redundant Array of Independent Disks) is een technologie waarmee door redundantie betere
opslagfuncties en betrouwbaarheid worden geboden. Met de technologie kunnen ook de betrouwbaarheid
van de gegevensopslag en de fouttolerantie worden verbeterd in vergelijking met opslagsystemen met maar
één station. Gegevensverlies als gevolg van een stationsfout kan worden voorkomen door de ontbrekende
gegevens met behulp van de overgebleven stations opnieuw samen te stellen.
Als een groep onafhankelijke fysieke opslagstations is ingesteld op het gebruik van RAID-technologie, zijn
deze in een RAID-array geplaatst. Via deze array worden gegevens over meerdere opslagstations verdeeld,
maar de array verschijnt op de hostcomputer als een enkele opslageenheid. RAID-arrays creëren en
gebruiken biedt hoge prestaties, zoals betere I/O-prestaties, omdat verschillende stations tegelijk kunnen
worden gebruikt.
RAID-niveau
Uw computer moet minimaal beschikken over het vermelde aantal geïnstalleerde SATA-opslagstations voor
ondersteuning van het RAID-niveau hieronder:
• RAID 0: gestreepte schijvenreeks
– Bestaat uit tenminste twee SATA-opslagstations
– Ondersteunde stripgrootte: 4 KB, 8 KB, 16 KB, 32 KB, 64 KB of 128 KB
– Betere prestaties zonder fouttolerantie
• RAID 1: gespiegelde schijvenreeks
– Bestaat uit twee SATA-opslagstations
– Verbeterde leessnelheid en 100% redundantie
• RAID 5: block-level striped disk array met gedistribueerde pariteit
– Bestaat uit tenminste drie SATA-opslagstations
– Ondersteunde stripgrootte: 16 KB, 32 KB, 64 KB of 128 KB
– Betere prestaties en fouttolerantie
• RAID 10: striped en mirrored disk-array
– Bestaat uit ten minste vier SATA-opslagstations
– Ondersteunde stripgrootte: 4 KB, 8 KB, 16 KB, 32 KB of 64 KB
– Betere prestaties zonder fouttolerantie
– Verbeterde leessnelheid en 100% redundantie
Het systeem BIOS configureren om SATA RAID-functionaliteit in te
schakelen
SATA RAID-functionaliteit inschakelen:
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
2. Selecteer Devices ➙ ATA Drive Setup en druk op Enter.
3. Selecteer Configure SATA as en druk op Enter.
© Copyright Lenovo 2020
33