Configuratie
Inbedrijfneming
Systeemconfiguratie
Screed
Uit
T-WG
Screed
Aan
T-WG
Screed
Afb. 3-20 Screed Program Instellen
Daikin RoCon HP
Daikin Regeling
008.1420832_13 – 02/2016
Configuratie
Systeemconfiguratie
Config. verwarming
Config. WW
Config. verwarming
HC Function
T-vorstbev
Config. verwarming
Screed
Screed Program
Screed Program
Tag 4 25°C
Tag 4
Tag 4 25°C
Tag 4
Tag 4 26°C
3.6.14 Relaistest
Bij storingsmeldingen, verwarmingsproblemen of in het kader
van het jaarlijks onderhoud kan het nodig zijn om de werking van
interne schakelrelais te controleren.
● Vakmancode ingeven (zie paragraaf 3.6.1).
Na de invoer wordt het niveau "Inbedrijfneming" opnieuw
weergegeven.
● Exit-toets kort indrukken.
Niveau "Configuratie" wordt weergegeven.
● Met de draaiknop het niveau "Systeemconfiguratie" selec-
teren.
● Selectie bevestigen met een korte druk op de draaiknop.
Overzicht wordt weergegeven.
● Met de draaiknop de parameter [Relaistest] selecteren:
Alle relais worden gedeactiveerd.
Selectielijst van alle relais wordt weergegeven
(indeling van relais zie hoofdstuk 6.2.2).
● Met de draaiknop het te testen relais selecteren.
● Selectie bevestigen met een korte druk op de draaiknop.
Relais wordt geactiveerd.
● Afbreken en terugspringen door:
– Kort op de Exit-toets of draaiknop drukken
– Een ander menu kiezen met de draaiknop.
Meer gedetailleerde verklaringen en mogelijke instelwaarden voor deze functie
vindt u in hoofdstuk 6.2.2.
3.6.15 Instellingen voor optionele circulatiepomp
Voor meer comfort bij de warmwateropname kan met de
Regeling RoCon HP een optionele circulatiepomp worden inge-
schakeld.
Daarvoor zijn er 2 instelmogelijkheden:
a) afzonderlijk schakeltijdprogramma (zie paragraaf 3.4.7).
De circulatiepomp werkt daarbij volgens een zelfstandig
schakeltijdprogramma.
b) samen met een schakeltijdprogramma voor warmwatervoor-
ziening. De circulatiepomp wordt daarbij parallel met de
bedrijfstijden van een warmwater-schakeltijdprogramma aan-
gestuurd.
Onafhankelijk van het ingestelde schakeltijdprogramma kan het
energieverbruik van de circulatiepomp worden geminimaliseerd,
door deze in fasen te gebruiken. Met de parameter [Interval circ.
pomp] wordt ingesteld hoe lang de circulatiepomp binnen een in-
terval van 15 minuten wordt aangedreven.
3
x
Bediening
Handleiding
31