De bedrijfsmodi kunnen door extra functies worden beïnvloed,
zoals:
– Weersgestuurde aanvoertemperatuurregeling
– Schakeltijdprogramma's
– Instelling van gewenste temperatuur
– Instelling aan kamerstation
– Instelling aan kamerthermostaat
– Schakelstatus op EXT-ingang (externe bedrijfsmodusom-
schakeling)
– Schakelstatus op EBA-ingang (externe behoeftevraag)
– Stille modus
– Interlink fct
– Schakelstatus op SMART GRID-ingang (EVU-functie
SMART GRID)
– Schakelstatus op EVU-ingang (EVU-functie HT/NT (laag
tarief) of SMART GRID)
– Ontdooifunctie
– Vorstbeschermende functie
– Vloerfunctie
– Air Purge
– Manueel
Toetsenblokkering
Het bedieningspaneel van de RoCon HP kan tegen onopzette-
lijke bediening worden geblokkeerd (zie afb. 3-4).
De vrijgave gebeurt op dezelfde manier.
Voorwaarde voor deze functie is dat in het niveau "Inbedrijf-
neming" de parameter [Keylock Function] op "Aan" is ingesteld
(zie hoofdstuk 6.2.1, tab. 6-1).
Afb. 3-4
Toetsenblokkering activeren (1.) en deactiveren (4.)
Daikin RoCon HP
Daikin Regeling
008.1420832_13 – 02/2016
3.4 Basisfuncties en bedrijfsmodi
Automatische ontdooifunctie
Bij lage buitentemperaturen en daarmee overeenkomstige lucht-
vochtigheid kan de buitenwarmtepomp bevriezen. Deze be-
vriezing verhindert het efficiënte gebruik. Het systeem herkent
Keylock Function
deze toestand automatisch en start de ontdooifunctie.
Aan
Als de ontdooifunctie actief is, wordt er warmte van de warmwa-
terboiler ontnomen en wordt evt. de aanjaagverwarmer inge-
schakeld. Afhankelijk van de warmtebehoefte voor de ontdooi-
functie kan de verwarming van de directe verwarmingskring
tijdens het ontdooien korte tijd worden onderbroken.
Keylock Function
Na maximaal 8 minuten schakelt het systeem terug naar de
normale bedrijfsmodus.
3.4.1 Informatie van de installatie (Info)
In deze draaiknopstand kunnen met behulp van draaiknoppen
alle installatietemperaturen, het soort Daikin Altherma EHS(X/H),
Keylock Function
diverse softwareinformatie alsook de bedrijfsstatussen van alle
installatiecomponenten na elkaar worden opgevraagd.
Uit
Het aantal weergegeven parameters is afhankelijk van de aange-
sloten componenten.
Deze waarden kunnen niet worden ingesteld.
● Draaischakelaar in de stand "Info"
● Draaiknop kort indrukken.
● Met de draaiknop het gewenste informatieniveau selecteren.
● Selectie bevestigen met een korte druk op de draaiknop.
● Met de draaiknop de afzonderlijke informatie selecteren.
Meer gedetailleerde uitleg en mogelijke weergavewaarden voor deze draaischake-
laarpositie vindt u in tab. 3-5 en in hoofdstuk 6.10.
Als de boilertemperatuur onder bepaalde minimum-
waarden zakt, dan verhinderen de veiligheidsinstel-
lingen van de Daikin Altherma EHS(X/H) de werking
van de warmtepomp bij lage buitentemperaturen:
– Buitentemperatuur < -2 °C, minimale boilertem-
peratuur = 30 °C
– Buitentemperatuur < 12 °C, minimale boilertem-
peratuur = 23 °C.
Zonder backup-heater:
Het boilerwater moet door een externe bijverwarmer tot
de vereiste minimale boilertemperatuur worden ver-
warmd.
Met aanjaagverwarmer (EKBUxx):
Bij een buitentemperatuur < 12 °C en een boilertempe-
ratuur < 35 °C wordt de aanjaagverwarmer (EKBUxx)
automatisch ingeschakeld om het boilerwater tot min-
stens 35 °C te verwarmen.
● Om het verwarmen met de aanjaagverwarmer te
versnellen, tijdelijk de
– Parameter [Function Heating Rod] = "1" en
– Parameter [Power DHW] op de maximum-
waarde van de aanjaagverwarmer instellen.
– Draaiknop op de bedrijfsmodus
parameter [1x warmwater] op "Aan" zetten.
Standaardweergave wordt getoond (zie afb. 3-2).
Parameteroverzicht wordt weergegeven.
Waarde wordt weergegeven (voorbeeld zie afb. 3-6).
3
x
Bediening
zetten en
zetten.
Handleiding
11