3 Basisfuncties
3.1 In- / uitschakelen
Inschakelen
indrukken.
Het display licht op en geeft vervolgens het softwarenummer aan.
Wanneer de gewichtsaanduiding verschijnt, is de weegterminal operationeel.
Uitschakelen
indrukken en ingedrukt houden totdat ñOFFñ op het display verschijnt.
3.2 Op nul zetten
Een nulstelling corrigeert de invloed van lichte vormen van verontreiniging op de lastplaat.
Handmatig nulstellen
1. Weegbrug ontlasten.
2.
indrukken.
De nulaanduiding verschijnt.
Automatisch nulstellen
Bij weegbruggen, die niet geijkt kunnen worden, kan de automatische nulstelling in de
technicusmodus (F1.4.1) uitgeschakeld worden.
Standaard wordt het nulpunt bij een ontlaste weegbrug automatisch gecorrigeerd.
3.3 Eenvoudig wegen
1. Te wegen goed opleggen.
2. Wachten totdat de bewegingsindicator dooft.
3. Weegresultaat aflezen.
3.4 Wegen met tarra
Tarreren
Leeg reservoir opleggen en
De nulaanduiding en de indicator "Net" ("Netto") verschijnen.
indrukken.
37