6.3 Arbeidsomgeving / veiligheid
Gebruik het apparaat uitsluitend in de open lucht en in goed geventileerde ruimten. Let erop dat het materiaal
tijdens het lassen niet verbrandt.
Raadpleeg het door de fabrikant verstrekte informatieblad betreffende de materiaalveiligheid en volg de aanwijzingen op.
Inspecteer of de netaansluitkabel (1), de stekker en de verlengkabel geen elektrische en/
of mechanische beschadigingen vertonen. Gebruik uitsluitend een verlengkabel als die van
een aardleider is voorzien!
U mag de MINIFLOOR niet gebruiken in een explosiegevaarlijke of ontvlambare omgeving.
Let er tijdens het lassen erop dat u en het lasapparaat stabiel staan. De netaansluitkabel (1)
moet vrij kunnen bewegen en mag de gebruiker noch een derde tijdens de werkzaamheden
niet hinderen.
Plaats de MINIFLOOR op een horizontale,
brandveilige ondergrond en houd voldoende
afstand tot brandbare materialen en explo-
sieve gassen!
Tijdens de werkonderbrekingen of voor het
afkoelen van het Hetelucht-apparaat (22)
deze in de parkeerstand zetten (zie de af-
beelding hieronder). Alvorens het transport
moet het apparaat afgekoeld zijn en moet de
hoofdschakelaar (6) zijn uitgeschakeld.
6.4 Starten van het lasapparaat
Inspecteer of de netaansluitkabel (1), de stekker en de verlengkabel geen elektrische en/of
mechanische beschadigingen vertonen.
De hoofdschakelaar van de MINIFLOOR (6) en de hoofdschakelaar van het Hetelucht-apparaat
(22) uitschakelen.
De nominale bedrijfsspanning, zoals vermeld op het apparaat, moet overeenstemmen met de hoogte
van de netspanning. Sluit het lasapparaat aan op het elektriciteitsnet.
Wanneer de netspanning uitvaltmoet het Hetelucht-apparaat (22) in de parkeerstand worden gezet.
Richt de hete luchtstroom nooit op personen of dieren.
De MINIFLOOR op de te lassen bodem zetten
en en het hetelucht-apparaat (22) in de
parkeerstand zetten. De vergrendeling van
de geleidearm (19) ontgrendelen.
Het geleidewiel (3) in de groef voor het
lasdraad plaatsen. De MINIFLOOR via de
hoofdschakelaar(6) inschakelen.
Het hetelucht-apparaat (22) via de bijbe-
horende schakelaar inschakelen.
Stelt u de lasparameters voor de verwarming
en, indien aanwezig, de ventilator in.
Let u voor de instellingen van het hete-
lucht-apparaat erop dat de gebruiksaanwij-
zing van het apparaat worden toegepast.
6
6
22
1
22
1
19
3
11