5.
HANDELINGEN VOOR DE INBEDRIJFSTELLING
5.4 BESCHRIJVING VAN DE STOPMETHODES
In geval van een stop als gevolg van een afwijkende werking of noodsituatie is het verplicht,
in geval van dreigend gevaar, alle afsluitinrichtingen van de energiebronnen stroomopwaarts
van de apparatuur te sluiten (Elektriciteit - Water - Gas).
Stop wegens storing werking.
Beveiligingseenheid
Stop: In situaties of omstandigheden die gevaar kunnen opleveren grijpt de beveiligingseenheid in en wordt de
warmteproductie automatisch gestopt De productiecyclus wordt onderbroken totdat de oorzaak van de storing
verwijderd wordt.
Herstart: Na het oplossen van het probleem dat de tussenkomst van de beveiligingseenheid heeft veroorzaakt,
kan de bevoegde technische operator de apparatuur met de gepaste opdrachten opnieuw starten.
5.5 EERSTE INWERKINGSTELLING
De apparatuur moet bij de eerste inwerkingstelling en na een langdurige inactiviteit
zorgvuldig gereinigd worden om elk spoor van restmaterialen te verwijderen (zie par. 3.5)
Na het succesvol afronden van de werkzaamheden is het mogelijk verder te gaan met het normale gebruik van
de apparatuur, zie: "Dagelijkse inwerkingstelling".
Dagelijkse inwerkingstelling
1. De netwerkafsluitingen stroomopwaarts van de apparatuur openen (Gas - Water - Elektriciteit).
2. Controleer dat de waterafvoer (indien aanwezig) vrij is van verstoppingen.
3. Controleer de juiste werking van het afzuigsysteem van de ruimte.
4. Controleer de staat van reiniging en hygiëne van de apparatuur.
Na het succesvol voltooien van deze handelingen verder gaan met de handelingen voor "Start van de produc-
tie" beschreven in het bij elk afzonderlijk apparaat geleverde handleiding.
Dagelijkse buitenwerkingstelling
Na de hierboven beschreven handelingen moet men:
1. De netwerkafsluitingen stroomopwaarts van de apparatuur sluiten (Gas - Water - Elektriciteit).
2. Controleren of de afvoerkranen (indien aanwezig) in de gesloten positie staan.
3. De staat van reiniging en hygiëne van de apparatuur controleren. 3.5.
Langdurige buitenwerkingstelling
In geval van langdurige inactiviteit moeten alle handelingen van de dagelijkse buitenwerkingstelling worden
verricht en moeten de meest aan oxidatie blootgestelde delen als volgt beschermd worden:
1. Reinig de delen met een lauw en mild zeepsopje;
2. Spoel de delen zorgvuldig af maar gebruik geen directe waterstraal of hogedrukspuit.
3. Alle oppervlakken zorgvuldig drogen met een niet-schurend materiaal;
4. Op alle delen in roestvrij staal met behulp van een met vaselineolie bevochtigde doek een oppervlakkige be-
schermende laag aanbrengen.
In het geval van apparatuur met deuren en rubberen afdichtingen, de deur voor de ventilatie enigszins open laten
en een beschermend laagje talkpoeder aanbrengen over het gehele oppervlak van de rubberen afdichtingen.
De apparatuur en ruimten regelmatig ventileren.
Om ervoor te zorgen dat de apparatuur in optimale technische omstandigheden verkeert,
moet het onderhoud ten minste eenmaal per jaar door een erkende technicus van de
servicedienst worden uitgevoerd
DEZE HANDLEIDING IS HET EIGENDOM VAN DE FABRIKANT EN ELKE, OOK GEDEELTELIJKE, REPRODUCTIE IS VERBODEN.
- 19 -