Lage warmtapwatertemperatuur of gebrek aan
warmtapwater
Dit gedeelte van het hoofdstuk over het oplossen van problemen geldt
alleen als de warmtepomp is aangesloten op de boiler.
Groot warmtapwaterverbruik.
■
Wacht totdat het warme water is verwarmd.
–
Onjuiste instellingen binnendeel of regelmodule.
■
Zie de handleiding van het binnendeel of de regelmodule.
–
Verstopt vuilfilter.
■
Controleer of het alarm Condensor uit hoog (162) in het alarmlog
–
staat. Controleer en reinig het vuilfilter.
Lage kamertemperatuur
Gesloten thermostaten in meerdere kamers.
■
Zet de thermostaten in zoveel mogelijk kamers op max.
–
Externe schakelaar voor het wijzigen van de geactiveerde kamerverwar-
■
ming.
Controleer alle externe schakelaars.
–
Onjuiste instellingen in binnendeel of regelmodule.
■
Zie de handleiding voor het binnendeel / de regelmodule (VVM /
–
SMO).
Onjuist afgesteld debiet door de warmtepomp.
■
Controleer of het alarm Condensor in hoog (163) of Condensor uit
–
hoog (162) in het alarmlog staat. Volg de instructies voor het afstellen
van het laaddebiet.
Hoge kamertemperatuur
Externe schakelaar voor het wijzigen van de geactiveerde kamerverwar-
■
ming.
Controleer alle externe schakelaars.
–
Onjuiste instellingen in binnendeel of regelmodule.
■
Zie de handleiding van het binnendeel of de regelmodule.
–
22
Hoofdstuk 3 |
Storingen in comfort
NIBE™ F2120