IO unit:
De alarmuitgang van de IO unit zal maximaal 10 minuten geactiveerd
blijven. Tussentijds uitschakelen is mogelijk door een RESET comman-
do te versturen. Ook wanneer de afzender van de alarmmelding een
RESET commando verstuurd, zal de uitgang uitgeschakeld worden. In
beide gevallen zal ook de eventuele speakerphone uitgeschakeld worden.
3.3
Opvragen van de status van "buren"
Vanuit de standby mode is het mogelijk om de status te bekijken van de andere op
het systeem aangesloten panden. Een reden om dit te doen kan zijn omdat de ME-
MORY led aangeeft dat er minimaal 1 alarmering in het geheugen staat. Met be-
hulp van de [ pijl omhoog ] of [ pijl omlaag ] toetsen kan één voor één de status van
de overige systemen worden bekeken waarbij het display en de led's dezelfde
informatie tonen als bij het ontvangen van een alarmmelding. Bij het bereiken van
het laatst beschikbare systeem zal bij een volgende druk op de [ pijl omhoog ] of [
pijl omlaag ] toetsen de SSM weer zichtbaar worden. Door op de [*] toets te druk-
ken keert men voortijdig terug naar de standby mode. De status van het eigen pand
zal nooit opgevraagd kunnen worden vanuit het pand zelf.
3.4
Storingsmeldingen
Indien er een storing optreedt, wordt dit aan de gebruiker kenbaar gemaakt door een
intermitterende pieptoon uit de bedieningsunit die gepaard gaat met een tekst op het
display. De storingen die op deze manier kenbaar gemaakt worden zijn:
-
Geen verbinding!
Er is gedurende 30 seconden geen enkele communicatie
geweest tussen deze bedieningsunit en het overige sys-
teem. Dit is een ernstige storing, waarschuw onmiddellijk
de installateur. Het systeem is vanuit dit pand niet langer
functioneel!
-
Ontvanger fout
De ontvanger is niet in staat om mogelijke zenders te ont-
vangen vanwege een storing in de omgeving. Deze mel-
ding komt slechts eenmaal en wordt pas hersteld bij het
ontvangen van een geldige zender. Wanneer deze storing
optreed na het geven van een reset commando, volgend op
het initiëren van een alarm met een zender, dan betekent
dit dat de batterij van de zender bijna leeg is. (zie ook Ap-
pendix A; Probleemoplossingen).
-
Stroomstoring
De netspanning is uitgevallen en het systeem werkt nu op
de noodstroom accu. De 230V led zal ook gedoofd zijn.
-
Lage accusp. De accu die als noodstroomvoorziening aanwezig is, is niet vol-
doende opgeladen en is vermoedelijk defect. Waarschuw de in-
stallateur en laat de accu nakijken.
Gebruikershandleiding NPS-16
De storingsmelding dient door de gebruiker geaccepteerd te worden. Het accepteren
van de melding wordt aangegeven met het drukken op de
[ -->] ] toets. De unit keert nu in de standby mode terug. Wanneer er niet op de [ --
>] ] toets wordt gedrukt, zal de bedieningsunit na 1 minuut vanzelf in de standby
mode terugkeren.
3.5
Alarmmeldingen kunnen worden verzonden vanuit de bedieningsunit of vanuit de
IO unit. Vanaf de bedieningsunit kan een paniekmelding worden verstuurd door de
[*] en [#] toets tegelijk in te drukken. Deze melding wordt als zodanig aangegeven
op de displays van de overige, op het systeem aangesloten, bedieningsunits. Vanaf
de IO unit worden alarmmeldingen verstuurd die worden geïnitieerd als gevolg van
het drukken op een vaste paniek knop of door middel van het activeren van een
draadloze handzender. Bij de installatie is door de installateur bepaald welke moge-
lijkheden er zijn. Bij vragen omtrent deze mogelijkheden dient met de installateur
contact opgenomen te worden. Wanneer na het initiëren van een alarmmelding de
situatie weer onder controle, is dient een RESET commando verstuurd te worden
om alle geheugens van de overige systemen te resetten.
altijd aanwezig kunnen zijn en de werking van de zender kunnen beïnvloeden.
Pagina 5
Pagina 6
Verzenden van alarmmeldingen
Omwille van de veiligheid zal in het eigen pand niets te merken zijn
van het versturen van een alarmmelding. Dit betekent dat in het geval
van een ernstige paniek situatie het verzenden van meerdere alarm-
meldingen wordt aanbevolen, met name wanneer het gaat om een
melding met een draadloze zender omdat atmosferische storingen
Gebruikershandleiding NPS-16