Aansluiting van reduceerventiel controleren.
Is de afdichtring van het reduceerventiel:
defect, versleten
niet aanwezig
dan moet u eerst een nieuwe afdichtring plaatsen.
Een lekkende aansluiting is niet economisch en belastend voor het milieu
Schroef het reduceerventiel op de gasfles.
Lasdraad plaatsen en afstellen
Plaats de draadhaspel op de draadrol houder. Ontgrendel de drukrol van de draad
aanvoereenheid en voer hierna de lasdraad in via de inganggeleider en de
draadrol. Sluit de drukrol en zorg ervoor dat de lasdraad in de groef van de
draadrol valt. Gebruik uitsluitend een draadrol die overeenkomt met de diameter
en het gebruikte soort lasdraad. Stel de druk op de draad in door middel van het
verdraaien van de daarvoor bestemde knop. De druk hangt af van het type en de
diameter van de gebruikte lasdraad en dient zo te zijn ingesteld dat als u de
lasdraad met de hand probeert tegen te houden de draadrol begint te slippen.
1. Sluit de machine aan op het voedingsnet met behulp van de netstekker
en schakel de schakelaar in stand 1.
2. Druk de knop op de handgreep van het laspistool in en laat de knop los
als de lasdraad circa 4 cm uit de toorts steekt.
3. Monteer de contacttip met de juiste boring en het gas mondstuk. Een
lasspray kan worden gebruikt om de contacttip en het gas mondstuk te
beschermen tegen het aanhechten van lasspatten.
2 Takt / 4 Tak:
a. 2T: 2 Takt
Bij het indrukken van de toortsschakelaar opent de gasklep, de spanning komt op
de lasdraad te staan en na een korte tijdsvertraging begint de draadmotor te
draaien. Als het laspistool dicht bij het werkstuk is ontstaat er een boog tussen de
lasdraad en het werkstuk.
Het lasproces kan worden gestopt door het loslaten van de toortsschakelaar,
hierdoor stopt de draadtoevoer en de spanning op de lasdraad zal na een korte
tijdsvertraging wegvallen (burnback/terugbrand tijd), dit om het blijven plakken
van de lasdraad in het lasbad te voorkomen. Er zal gedurende de tijdvertraging
periode tevens gas na stroming zijn, dit wordt geregeld door de print.
22