• Zorg dat de kleefzijde van een extra schuimkussen nooit in aanraking komt met de huid, om een reactie van
4
het kleefmiddel op de huid of aantasting van de huid door het kleefmiddel te voorkomen.
• In de orthese is een groef geïntegreerd waarin altijd de SCD-slang voorzichtig moeten worden geplaatst,
zodat deze nooit in aanraking komt met de huid om aantasting van de huid door de slang wordt vermeden.
• Ventilatieopeningen zijn bedoeld voor luchtcirculatie binnen de orthese. Plaats geen slangen door de
ventilatieopeningen in de orthese.
• Volgens de standaard zorgprocedure, moet de HEELIFT
huid worden geïnspecteerd om te verzekeren dat er geen aantasting van de huid is opgetreden.
Stop het gebruik van de HEELIFT
roodheid of andere veranderingen in de huidskleur, abnormale zwelling of ander weefsel ervaart terwijl u de
orthese draagt en neem onmiddellijk contact op met uw zorgverlener of ga naar de dichtstbijzijnde eerste
hulp voor onmiddellijke zorg en aandacht.
Aanpassing
5
(Opmerking: de aanpassing mag uitsluitend door uw zorgverlener worden uitgevoerd. Bij gebruik van de HEELIFT® Ultra-orthese moet
eerst de verwijderbare verhogingscover terug worden getrokken.)
De HEELIFT® hielontlastende orthese kan worden aangepast om naast de achterkant van de hiel, andere risicovolle
gebieden te ontlasten als dit wordt aangegeven.
1. Achillespees. (see exhibit K.)
• Maak een ondersteboven V-snit of ondersteboven U-snit, zoals uw zorgverlener juist ziet, in de
onderkant van het vaste verhogingskussen om de Achillespees juist te ontlasten.
2. Malleoli (enkelbotten) (see exhibit L.)
•
Maak een schuine snede of een ondersteboven snede in de vorm van een hockeystick, zoals uw
zorgverlener juist ziet, op de zijkant van het verhogingskussen. Start hierbij vanaf een punt net boven
het enkelbot en snij neerwaarts door de onderkant van het vaste verhogingskussen, zodat het
enkelbot volledig wordt ontlast.
Als meer ontlasting nodig is, zoals vastgesteld door uw zorgverlener, plaats dan het extra
•
schuimkussen in de gleuf op de zijkant van het enkelbot dat moet worden ontlast, waarbij de
onderkant van het kussen net boven het enkelbot komt en doorsnij de bovenkant van het extra
schuimkussen vlak af met de bovenkant van de orthese. Bevestig het extra schuimkussen op de
zijkant van de orthese zodra deze juist in de gleuf is geplaatst, door de zelfklevende achterkant van
het extra schuimkussen af te trekken. Zorg dat de zelfklevende zijde nooit in aanraking komt met de
huid.
3. Dropvoet (see exhibit M.)
• Meet het extra schuimkussen vanaf de punt van de tenen tot het gebied waar de boog samenkomt
met de hiel.
• Snij het extra schuimkussen op het gebied waar de boog samenkomt met de hiel en vouw de rand om.
• Trek de zelfklevende achterkant van het extra schuimkussen af.
• Plaats het extra schuimkussen verticaal onder de voet van de patiënt, zodat de afgeschuinde rand
onder het gebied is waar de boog samenkomt met de hiel en de zelfklevende kant van het kussen
tegen de onderkant van de orthese is zonder in aanraking te komen met de huid (zorg dat kleeflaag
nooit in aanraking komt met de huis).
4. Heup- en/of voetrotatie (see exhibit N.)
• Gebruik de optionele anti-rotatiewig om heup- en/of voetrotatie te vermijden. Raadpleeg
de instructies die met de wig worden meegeleverd.
• De anti-rotatiewig biedt u de flexibiliteit die nodig is om rotatie te stoppen bij immobiele
patiënten. De eenvoudig toe te passen, herbruikbare wig kan aan beide zijden van de
orthese worden bevestigd en voorkomt rotatie.
• Werkt voor zowel externe als interne rotatie.
5. Plaatsing van SCD-slangen
• In de orthese is een groef geïntegreerd waarin u de SCD-slangen kunt plaatsen, tussen het
verhogingskussen en de zijkant van de orthese tegenover de zijde met de bevestigde D-ringen. Hiermee
kunnen de slagen plat worden gelegd en de orthese uitgaan, zonder in aanraking te komen met de huid.
• SCD-slangen moeten altijd voorzichtig in de gleuf worden geplaatst die in de orthese is geïntegreerd, zodat
deze nooit in aanraking komt met de huid om aantasting van de huid door de slangen te vermijden.
• Ventilatieopeningen zijn bedoeld voor luchtcirculatie binnen de orthese. Plaats geen slangen door de
ventilatieopeningen in de orthese.
®
ontlastende orthese als u pijn, aantasting of beschadiging van de huid,
®
-orthese elke 8 uur worden verwijderd en moet de
K.
L.
M.
N.
O.