4
ABAX 2 / ABAX systeem weten hoe het apparaat dient te worden losgekoppeld van de
netspanning (bijvoorbeeld de zekering of stroomonderbreker die het voedingscircuit van de
controller beschermt).
Gebruik voor het aansluiten van de draden schroefklemmenblokken, lasdoppen, enz.
1. Koppel de voeding af van het circuit waarop de controller aangesloten is.
2. Open de aansluitdoos (schakelaar / wcd) waar de controller in geïnstalleerd gaat worden.
3. Sluit de controller aan op het 230 VAC voedingscircuit (bruine draad [L] naar fase;
blauwe draad [N] naar nul – afb. 2).
4. Plaats de controller in de elektrische aansluitdoos. Zorg ervoor dat de elektrische draden
achter de controller zitten.
5. Zet voeding op het circuit waarop de repeater aangesloten is.
6. Voeg de ASW-210 controller toe aan het draadloze systeem en configureer de
instellingen (zie ABAX 2 controller handleiding of INTEGRA 128-WRL alarmsysteem
handleiding). De sticker met het serienummer, welke ingevoerd dient te worden bij de
registratie, kan gevonden worden op de behuizing.
In het ABAX systeem zal de de controller geïdentificeerd worden als ASW-100.
Als de ABAX 2 / ABAX controller aangesloten is op het VERSA / VERSA Plus /
VERSA IP alarmsysteem, dan dient u het DLOADX programma te gebruiken om de
ASW-210 controller toe te voegen en te configureren.
Gelijktijdige bediening van de ASW-210 controller door de ABAX 2 en ABAX controller
/ INTEGRA 128-WRL alarmsysteem is niet mogelijk.
7. Sluit de aansluitdoos.
8. Controleer het signaalniveau tussen ASW-210 controller en de ABAX 2 / ABAX controller
/ alarmsysteem. Als het laag is, probeer dan om de ASW-210 controller te verplaatsten
en controleer of dit de signaalsterkte verbetert. De controller kan in de geselecteerde
aansluitdoos worden geïnstalleerd als de signaalsterkte hoger is dan 40%.
9. Koppel de voeding af van het circuit waarop de controller aangesloten is.
10. Open de aansluitdoos en verwijder de controller.
11. Sluit de relaisuitgangen draden van de controller aan op de draden van de elektrische
circuits die door de controller dienen te worden aangestuurd (afb. 2).
Gezien het specifieke karakter van draadloze communicatie, is het niet aan te bevelen
dat de controller gebruikt wordt in toepassingen, waarbij snel overschakelen van de
uitgangsstatus verwacht wordt.
12. Sluit de schakelaars aan op de controller ingangen (afb. 2). Gebruik voor het maken van
aansluitingen flexibele draden met een doorsnede van 0,5-0,75 mm
13. Plaats de controller in de aansluitdoos. Zorg ervoor dat de elektrische draden achter de
controller zitten.
14. Sluit de aansluitdoos.
15. Zet voeding op het circuit waarop de repeater aangesloten is.
16. Controleer of de controller correct functioneert.
ASW-210
SATEL
2
.