Reinigen
c.
Zet het vul-/spuitventiel in de stand
SPUITEN (C).
d.
Draai de ON/OFF-schakelaar in de
stand ON (D).
e.
Houd de trekker ingedrukt totdat u
met spoelmiddel verdunde verf uit
het pistool ziet stromen.
15. Houd de trekker ingedrukt en beweeg
het pistool snel in de richting van de
afvalemmer. Blijf met het pistool in de
afvalemmer spuiten totdat het
spoelmiddel dat uit het pistool loopt
relatief helder is.
16. Draai de drukregelingsknop in de
laagste stand.
17. Laat de trekker van het pistool los. Zet
de trekker op de veiligheidspal.
30
18. Zet het vul-/spuitventiel in de stand
VULLEN.
19. Zet de ON/OFF-schakelaar in de stand
OFF.
20. Voer Opslag gedurende een korte
periode of Opslag gedurende een
lange periode, pagina 32.
Reiniging van het pistool
en het pistoolfilter
1.
Voer de Drukontlastingsprocedure,
pagina 17 uit om de druk uit het
spuitpistool af te voeren.
2.
Verwijder de pistoolhendel door de
hendel los te schroeven van de
pistoolkop.
3.
Reinig het pistoolfilter met water of met
spoelvloeistof en een borstel altijd als u
het systeem spoelt. Vervang het filter
wanneer het is beschadigd.
4.
Haal de spuittipbeschermer eraf en
reinig deze met water of spoelvloeistof
en een borstel.
5.
Zie Installatie van de spuittip,
pagina 25 om de spuittipbeschermer
goed terug te plaatsen.
6.
Veeg de verf op de buitenkant van het
pistool weg met behulp van een zachte
doek die vochtig is gemaakt met water
of spoelvloeistof.
3A6437D NL