De verfemmer bijvullen
Als de verfemmer leeg raakt en het
spuitpistool niet meer spuit, dan vult u verf bij
en herhaalt u de procedure De pomp vullen
en daarna de procedure Pistool en slang
vullen.
U bent nu klaar om met
spuiten te beginnen!
OPMERKING: Het is normaal dat de motor
wordt uitgeschakeld zodra het spuitapparaat
is gevuld en onder druk staat. Als de motor
blijf draaien, is het spuitapparaat niet gevuld.
Herhaal de procedures Pomp vullen en
Pistool en slang vullen.
Verstoppingen
Als er geen verf uit het pistool komt of als u
de drukontlastingsprocedure uitvoert en
vermoedt dat de druk niet volledig werd
afgevoerd:
1.
Maak HEEL TRAAG de slangaansluiting
van het pistool los en koppel de airless
spuitslang los van het pistool.
2.
Zet het vul-/spuitventiel in de stand
SPUITEN.
3.
Houd de slang stevig vast en richt het
slanguiteinde in de verfemmer en zet
de ON/OFF-schakelaar in de stand ON.
a.
Als er geen vloeistof uit de slang
stroomt, vervang dan de slang en
ga verder naar stap 4.
b.
Wanneer er vloeistof uit de slang
stroomt, raadpleeg Reiniging van
het pistool en het pistoolfilter,
pagina 30.
4.
Monteer de slang en het pistool, en voer
opnieuw de procedure Pistool en slang
vullen, pagina 20.
3A6437D NL
Opstarten
21