De kooktimer stoppen
1.
Selecteer een kookzone.
2.
Druk tegelijkertijd op de toetsen omhoog en omlaag. De timerdisplay toont de resterende tijd.
3.
Stop de kooktimer met de toets omlaag. De timerdisplay toont kort 00 en schakelt uit.
4.
Herhaal deze procedure voor een andere kookzone.
DE KOOKWEKKER GEBRUIKEN
Opmerking:
De tijd van de kookwekker kan tussen 0 en 99 minuten worden ingesteld.
Opmerking:
Als de wekker is afgelopen, knippert 00 in de timerdisplay en klinkt een geluidssignaal. Het
geluidssignaal stopt automatisch na 30 seconden. U kunt het geluidssignaal ook stoppen door op een
willekeurige toets te drukken.
De kookwekker starten
1.
Controleer of het apparaat is ingeschakeld.
2.
Druk tegelijkertijd op de toetsen omhoog en omlaag om de kookwekker te starten. De timerdisplay toont 10.
3.
Verleng de tijd met de toets omhoog. De timerdisplay toont de ingestelde tijd.
4.
Verkort de tijd met de toets omlaag. De timerdisplay toont de ingestelde tijd.
5.
Als de kookwekker is ingesteld, houdt de timerindicatie op met knipperen.
HET APPARAAT STOPPEN
1.
Druk op de aan/uittoets om het apparaat uit te schakelen. De bedrijfsindicatie is uitgeschakeld of toont H.
6
Reiniging en onderhoud
DAGELIJKSE REINIGING
Waarschuwing:
Controleer voordat u het apparaat gaat reinigen of alle kookzones zijn afgekoeld.
Waarschuwing:
Reinig als u suiker morst het apparaat onmiddellijk om inbranden van het oppervlak te voorkomen. Pas
op, de kookzones kunnen heet zijn.
Voorzichtig:
Gebruik geen schurende reinigingsmiddelen, spuitbussen of scherpe objecten.
1.
Vergrendel het apparaat.
2.
Verwijder gemorst voedsel. Gebruik hiervoor een vochtige doek en een mild reinigingsmiddel of een
glasschraper.
3.
Reinig het apparaat dagelijks met een vochtige doek en een mild reinigingsmiddel.
4.
Maak het apparaat droog met papieren handdoeken of een droge theedoek.
5.
Reinig in geval van ernstige vervuiling het apparaat met een speciaal voor een inductie-apparaat geschikt
reinigingsmiddel.
7
Aanvullende informatie
EISEN VOOR PANNEN
Opmerking:
Pannen die eerder op een ander apparaat zijn gebruikt (bijvoorbeeld een gastoestel), zijn niet meer
geschikt voor een inductie-apparaat.
(Figuur 3)
16
•
NL