HET APPARAAT INSTALLEREN
Vereisten vooraf
1.
Zorg dat het installatie-oppervlak volgens de juiste afmetingen is voorbereid.
2.
Controleer of de ventilatie-openingen aanwezig zijn.
Procedure
1.
Verwijder eventueel vuil van het werkblad.
2.
Breng een afdichtingsmiddel op de randen van een houten of kunststof werkblad aan om schade als gevolg
van vocht te voorkomen.
3.
Leg het apparaat ondersteboven op het werkblad.
4.
Bevestig de bevestigingsbeugels met de schroeven aan het apparaat.
5.
Plaats het apparaat in de opening van het werkblad.
6.
Sluit het apparaat op de netvoeding aan.
Na het aansluiten licht de display even op. Het apparaat is gereed voor gebruik.
DE AFWERKING INSTALLEREN
1.
Verwijder de beschermfolie (B) van de afwerking (A).
2.
Plaats de afwerking rondom het apparaat. Zorg voor een afstand van 2 mm tussen het apparaat en de
afdichting.
DE DECORATIESTRIPPEN PLAATSEN
De verpakking bevat twee roestvrijstalen decoratiestrippen.
Opmerking:
De decoratiestrippen kunnen na bevestiging aan de inductiekookplaat niet meer worden verwijderd.
1.
Bevestig de decoratiestrippen aan de zijkanten van de inductiekookplaat.
HET POWER MANAGEMENT INSTELLEN
Gebruik de power managementfunctie voor het instellen van het totale maximumvermogen van het apparaat.
Opmerking:
Het apparaat wordt standaard op 7,1 kW ingesteld.
Opmerking:
Het power management moet binnen 2 minuten na aansluiting van het apparaat worden ingesteld.
1.
Sluit het apparaat aan.
2.
Controleer of alle kookzones zijn uitgeschakeld.
3.
Houd de twee toetsen aan de onderzijde van de kookzones tegelijkertijd 3 seconden ingedrukt.
Een geluidssignaal klinkt en de timerdisplay toont de huidige waarde.
4.
Wijzig de waarde in de correcte instelling. Gebruik hiervoor de toetsen omhoog en omlaag.
Opmerking:
Druk om het instellen van het power management te stoppen gedurende 60 seconden geen toets
in.
5.
Houd om de instelling te bevestigen de twee toetsen aan de onderzijde van de kookzones tegelijkertijd 3
seconden ingedrukt.
Een geluidssignaal klinkt als de nieuwe instelling wordt bevestigd.
(Figuur 13)
NL
•
13