De scène selecteren
U kunt voor een geschikte modus kiezen naargelang de scène die u
wilt fotograferen.
→
→
"Camera"
[Opties]
1.
Selecteer de gewenste scène.
De volgende acht modi zijn mogelijk:
"Automatisch" (
): Automatisch aangepast aan de omgeving.
"Avond" (
):
Geschikt voor fotografie in de avond.
"Sport" (
):
Geschikt voor bewegende objecten.
"Tekens" (
):
Geschikt voor onderwerpen met hoog
contrast, zoals tekst.
"Huisdier" (
):
Geschikt voor bewegende objecten op korte
afstand.
"Tegenlicht" (
): Geschikt om te voorkomen dat van objecten
bij tegenlicht alleen het silhouet wordt
afgetekend.
"Portret" (
):
Geschikt voor een portret.
"Portret in donker" (
Geschikt voor een portret binnenshuis of bij
schemer.
De beeldeffecten selecteren
U kunt een foto maken met speciale effecten.
→
→
"Camera"
[Opties]
1.
Selecteer de gewenste effecten.
De volgende vijf modi zijn mogelijk:
"Uit":
Er is geen camera-effect.
"Sepia":
Maakt een foto in sepiatint.
"Zwart-wit":
Maakt een foto in zwart-wit.
"Negatief":
Maakt een foto in negatief.
46
Camera
→
"Modi"
"Scène"
):
→
"Modi"
"Camera-effecten"
"Schets":
Maakt een schetsachtige foto met
afgetekende contouren van objecten.
Opmerking
• U kunt geen camera-effecten gebruiken voor foto's met een
afbeeldingsformaat dat groter is dan 480
Fotoserie
Er zijn verschillende modi beschikbaar voor het maken van fotoseries.
→
→
"Camera"
[Opties]
"Modi"
1.
Selecteer de gewenste modus.
De volgende opties zijn voor een fotoserie beschikbaar:
"Uit":
De fotoseries worden geannuleerd.
"4 foto's"/"9 foto's" (
Met deze optie maakt u achtereenvolgens 4
of 9 foto's.
Als u deze optie hebt geselecteerd, maak
dan een keuze uit vijf snelheden of kies
"Handmatig".
"Overlappend" (
): Overlapt de foto's van een fotoserie in één
foto en maakt een totaalbeeld.
Nadat u deze optie hebt gekozen, selecteert
u "Snel" of "Normaal".
"Reeks" (
):
Maakt 9 foto's achter elkaar met
verschillende kleur- en helderheidniveaus.
Nadat u deze optie hebt gekozen, selecteert
u "Snel" of "Normaal".
×
640 dots.
→
"Fotoserie"
/
):