4 - Akoestische en/of optische signaalgevers
U dient brandvrije kabel F3 te gebruiken.
Sluit de signaalgevers aan
volgens onderstaand aans-
luitschema. Let hierbij op
dat
elke
sirenegroep
afgesloten wordt met een
weerstand van 6800 ohm.
(meegeleverd met de
centrale). De door ons
geleverde ROSHNI sirenes
zijn voorzien van een
diode.Indien sirenes niet
voorzien zijn van een
diode, dient deze alsnog
aangebracht te worden
(type 1N4007).
5 - Extra relais defect/brand (auxiliary circuit) -
enkel voor 2-zone en 4-zone panelen
Deze brandmeldcentrales zijn uitgerust met een extra
relais op het moederbord. De aansluitingen zijn weerge-
geven als "auxiliary circuit". Dit relais is standaard voor-
geprogrammeerd als "storingsrelais."
Deze instelling kan in "brandrelais" (treedt tegelijk met de uit-
gangen van de signaalgevers in werking) gewijzigd worden op
de 2 en 4 zone centrales door hiernavolgende instructies op
te volgen:
Draai het voorpaneel open. Aan de achterzijde van het voor-
paneel maakt u de printplaat vrij door eerst de grijze
beschermplaat te verwijderen en daarna de print te verwijde-
ren. U vindt nu aan de linkerkant van de printplaat een jumper
"LK1".
In de positie A-B (standaardinstelling) werkt het relais als
"storingsrelais", in positie B-C werkt het relais als "brandre-
lais" ter besturing van elektromagneten, telefoonmelder enz.
De accu mag niet gebruikt worden voor andere verbruikers.
Dit heeft invloed op de autonomie.
6 - Extra relais (Aux) - enkel voor 8-zone panelen
De volgende relaisinstellingen zijn mogelijk:
- Automatisch brandalarm reset van betreffende zone
- Zone in alarm geen ontruiming
- Vooralarm pulserend hoofdalarm
- Alarmuitgang 1 pulseert totdat er een 2e alarm komt
- Alarmuitgang 2 volgt 30, 60, 90 of 120 sec na brand-
melding
- Alarmuitgang 2 pulseert 120 sec na brandmelding
daarna continu
- Instelling mogelijk om meerdere brandmeldcentrales
aan elkaar te kunnen koppelen.
- Diverse instellingen mogelijk voor extra relaisprint
Voor de juiste dipswitch instellingen vraag uw dealer
Fabrieksinstelling SW2 en SW3 op off
De relais zijn in te stellen met dipswitches.
Fabrieksinstelling: alle dipswitches off. Er zijn diverse
andere instellingen mogelijk
7 - Nevenpaneel
Verbindt de aansluitklemmen TX+ en TX- van de 8 zone-
centrale met respectievelijk de klemmen Line input + en
- van het nevenpaneel. Respecteer de polariteit !
De aanbevolen doorsnede van de kabel is minimaal 1
mm2 en de lengte maximaal 2 km.
PERIODIEKE CONTROLE
De brandmeldinstallatie dient minimaal 1 keer per jaar een
onderhoudsbeurt volgens de geldende voorschriften te
ondergaan.
Opmerkingen
Gebruik geen oplos- of schuurmiddelen voor het reinigen van
de behuizing van de brandmeldcentrale.
.
Versie 06-05-05
8