Inhoudsopgave
Advertenties
4.2 Aansluiten koelwaterleidingen*
LET OP! Reinig het externe leidingwerk voordat dit op de CoolMaster aangesloten wordt. Er
dient voorkomen te worden dat vuil de CoolMaster kan binnendringen. Dit kan ernstige schade
aan het systeem en de CoolMaster tot gevolg hebben.
LET OP! De diameter van de leidingen/slangen moeten minimaal overeenkomen met de
aansluitingen op de CoolMaster.
De slangen moeten voorzien zijn van versteviging met een gevlochten vezel om knikken van de
slang te voorkomen.
De slangen dienen geschikt te zijn voor toepassing bij dezelfde condities als waarvoor de CoolMaster
geschikt is (druk en temperatuur). Raadpleeg de P&ID voor deze informatie.
Zie voor aansluitingen op de machine hoofdstuk 2 en voor de diameters de bijbehorende P&ID.
Sluit de volgende leidingen aan:
- Koelwater leidingen A en B tussen CoolMaster en gebruiker.
- D1: Indien er automatisch gevuld wordt.
Stap 1:
1. Monteer de kogelkraan (BVS-1) op de koelwaterintrede (A), (zie bijlage §8.1).
2. Monteer koelwaterleiding tussen CoolMaster en gebruiker, (zie bijlage §8.1).
De kogelkraan (BVS-1) dient gesloten te blijven, tenzij anders aangegeven!
Stap 2:
1. Monteer de kogelkraan (BVS-2) op de koelwateruittrede (B), (zie bijlage §8.1).
2. Monteer de kogelkraan (BVS-3) aan het T-stuk (middenstuk), (zie bijlage §8.1).
3. Monteer de koelwaterleiding tussen CoolMaster (op het T-stuk) en de gebruiker, (zie bijlage §8.1).
De kogelkranen (BVS-2 en BVS-3) dienen gesloten te blijven, tenzij anders aangegeven!
Stap 3:
1. Sluit de waterleidingen tussen de CoolMaster en de gebruiker aan de kogelkranen van de
koelwaterintrede (A) en T-stuk (middenstuk), (zie bijlage §8.1).
2. Sluit (D1) aan op een tappunt indien u automatisch wenst te vullen.
*De kogelkranen worden standaard niet meegeleverd!
11
Advertenties
Inhoudsopgave
