Gebruik
6.2. TEMPERATUURSELECTIE VASTE PROGRAMMA'S
De reactor heeft ingestelde digestietemperaturen van 105°, 150°C
• Gebruik de pijltjestoetsen om te navigeren en programma's te selecteren.
• Druk terwijl het programma is geselecteerd op
105
0: 3 0
6.3. AANGEPASTE PROGRAMMA'S
Naast de drie vaste programma's kunnen er drie aangepaste worden geconfigureerd en opgeslagen. Zodra de
maximale limiet van zes programma's (aangepast en opgeslagen) is bereikt, moeten gebruikers kiezen uit
aangepaste programma's en een nieuw aangepast programma configureren.
Een opgeslagen programma configureren en een aangepast programma maken:
1. Gebruik de UD -toetsen om uit opgeslagen programma's te kiezen.
2. Druk op
K
om de temperatuurbewerkingsmodus te openen.
Opmerking: laat de K toets los wanneer TEMP wordt weergegeven (onderaan het scherm) om de
bewerkingsmodus in te schakelen.
3. Gebruik de
UD
K
4. Druk
om te bevestigen.
Opmerking: door lang op
instrument naar de modus voor het bewerken van de timerwaarde.
5. De timerwaarde begint te knipperen. Gebruik de
K
6. Druk
om de waarde te bevestigen.
START
-toetsen om de temperatuurwaarde te configureren (knipperend weergegeven).
105
0: 3 0
K
te drukken, wordt de temperatuurbewerking overgeslagen en gaat het
107
0: 3 0
170 °C.
en
I
en het reactorblok begint op te warmen.
107
0: 3 0
-toetsen om de waarde aan te passen.
UD
107
0: 2 2
30. 6
105
8