6.2 Draairichting RPD motorreductor
In de volgende afbeelding zijn de draairichtingen A en B weergegeven van:
1. De ingaande as (draairichting van de motor)
2. De wormoverbrenging
3. Het RLS eindschakelsysteem. De schakelmoeren bewegen in gelijke richting (A of B)
4. De uitgaande assen. Zie A en B op het huis van de reductor.
6.3 Bediening
Een RPD motorreductor kan bediend worden door een intelligente besturingseenheid (Ridder
MotorControl RMC). Bediening is ook mogelijk in combinatie met één of twee van de volgende
besturingscomponenten:
• Automatische besturing (ACS);
• Handbediening (MC).
Zie de Ridder catalogus of de website ridder.com voor meer informatie. Zie altijd de handleidingen
van de toegepaste besturingen.
6.4 Beveiligingsfuncties en stopfuncties
De RPD motorreductor heeft de volgende beveiligingsfuncties en stopfuncties:
1. Stoppen op een afgestelde eindstand bij het bedienen van een bedrijfsschakelaar;
2. Stoppen bij het bedienen van een beveiligingsschakelaar indien een bedrijfsschakelaar niet
onderbreekt;
3. De positie sperren van de aandrijfas, bij een gestopte aandrijving, door een zelfremmende
wormwieloverbrenging;
4. Thermische overbelastingsbeveiliging van de elektromotor met een ingebouwde PTO schakelaar.
(De uitvoering met 150 Nm en 3 omw/min. (150-3, 1-fase 3-draads).)
Ridder Drive Systems B.V.
T +31 (0)341 416 854 - F +31 (0)341 416 611 - I ridder.com
22