3b.
Hantering van de spankabel bij een
voorgespannen systeem met één
spanveer
1. De beide kabeluiteinden zijn met een
kabelklem met bijbehorende
netwerkaansluiting verbonden.
Spankabel strak trekken door de
kabelklem lichtelijk te lossen en met
een inbussleutel SW 4 wederom vast te
schroeven wanneer de veren lichtelijk
op de groene spanband gespannen
zijn.
2. De spanpositie tot dewelke de veer
voorgespannen wordt, is in het
uitvalprofiel met een markeringspunt
aangeduid en bevindt zich als
spanningsinformatie op de zelfklever in
het uitvalprofieldeksel.
3. Overtollige uiteinden van spankabels
telkenmale op een afstand van 0,5
meter ten opzichte van de kabelklem
afknippen.
4. Met de uitstekende uiteinden van de
spankabel een knoop vóór en achter de
kabelklem maken en de
spankabeluiteinden in lussen wikkelen.
Deze mogen niet langer dan 15 cm zijn
en worden tussen de kabelklem en de
veer op de gespannen kabel gefixeerd
middels de in het uitvalprofiel
meegeleverde kabelbinders.
5. De groene spanband met een
zijkniptang doorknippen en de resten
verwijderen.
LET OP:
Het systeem staat thans onder spanning!
Het verloop van de spankabel moet
gecontroleerd worden.
Aanwijzing:
Spankabel mag niet tussen uitvalprofiel (1)
en uitvalprofieldeksel (2) klemmen (detail
A).
Sottezza II Stretch/ LED / Sottezza II OptiStrech/ LED
Montagehandleiding
Technische wijzigingen voorbehouden
Spankabel met kabelbinders
gefixeerd
Versie 10
29.10.2020
Artikelnummer
118077-0000
Bladzijde 31/68