Hoofdstuk 2
Voordat u begint...
Voordat u begint...
Iedereen is gek op de TomTom ONE
Laat de ONE dus nooit in de auto achter als u de ONE niet gebruikt. Het is een
gemakkelijke prooi voor dieven.
Neem de ONE, de voorruithouder en de auto-oplader altijd mee; laat TomTom-
producten niet in het zicht liggen.
Vervoer uw ONE altijd in de draagtas, zodat het scherm niet kan beschadigen.
Maak back-ups van uw TomTom ONE
Het is altijd aan te raden een back-up te maken van de inhoud van
uwTomTom ONE. Een back-up maakt u met TomTom HOME.
Voor meer informatie over TomTom HOME, zie: TomTom HOME gebruiken op
pagina 49.
Gebruik de Veiligheids-voorkeuren
Als u nog veiliger met uw TomTom ONE wilt rijden, dan gebruikt u de Veiligheids-
voorkeuren in het menu Voorkeuren aan te raken.
U kunt ervoor kiezen het veiligheidsslot te gebruiken. Als het veiligheidsslot is
Veiligheids-
ingeschakeld, worden er slechts enkele knoppen en functies weergegeven tijdens
voorkeuren
het rijden. Wanneer u stilstaat, zijn alle knoppen en functies beschikbaar.
U kunt er ook voor kiezen de kaartweergave uit te zetten.
Zie voor meer informatie: Veiligheids-voorkeuren op pagina 32.
Uw TomTom ONE beveiligen
Stel een wachtwoord in voor uw TomTom ONE zodat alleen u het apparaat kunt
gebruiken. Iedere keer dat u uw ONE aanzet moet u dan uw wachtwoord invoeren.
Om uw wachtwoord in te stellen, start u uw ONE op met TomTom HOME. In het
menu Voorkeuren klikt u op Stel eigenaar in om een wachtwoord in te stellen.
Om een wachtwoord in te stellen, moet u uw ONE met TomTom HOME opstarten.
U kunt nu TomTom HOME gebruiken om een wachtwoord in te stellen. Om een
wachtwoord voor uw apparaat in te stellen, doet u het volgende:
1. Sluit uw ONE aan op uw computer en zet hem aan.
2. Start TomTom HOME indien dit niet al automatisch gebeurt.
Indien u TomTom HOME nog niet hebt geïnstalleerd, plaatst u de cd die bij uw
ONE is meegeleverd in de computer om de applicatie te installeren.
3