3. Installatie en aansluiting
3.1 Installatie-afbeelding
Opgelet:
Gelieve deze stappen te volgen bij het eerste gebruik
1.Open de kraan en vul het water.
2. Zorg ervoor dat de pomp en de water-in-pijp gevuld zijn met water.
3 Sluit de klep en start de unit.
OPGELET: Het is nodig dat de water-in pijp zich hoger bevindt dan het oppervlak van het
zwembad.
Plaats de unit op een vlakke, solide basis. Het optillen van de warmtepomp met max 3° is
toegelaten.
3. Plaats de warmtepomp steeds op een stevige ondergrond en gebruik de bijgeleverde rubberen
blokken om vibraties en geluid te vermijden.
Alle toevoer van waterbehandeling naar het zwembadwater moet stroomafwaarts van de
warmtepomp gebeuren.
Het is normaal dat er condenswater uit de warmtepomp komt. Dit is geen lek of defect van de
unit. Als de vochtigheid erg hoog is, kan dit oplopen tot enkele liters per uur.
Houd de warmtepomp steeds rechtop. Als de unit opgetild werd, wacht dan 24 uur alvorens
de warmtepomp op te starten.
Het wordt aangeraden een bypass te installeren voor eenvoudig onderhoud.
10
Bij gebruik van automatische chloor- en pH-doseersystemen is het van het grootste belang
de warmtepomp te beschermen tegen hoge concentraties van deze chemicaliën die de
warmtewisselaar kunnen aantasten na gebruik op lange termijn. Daarom moeten dergelijke
systemen de chemicaliën toevoegen in de leidingen die zich STROOMAFWAARTS van de
warmtepomp bevinden en wordt aanbevolen een terugslagklep te installeren om terugstroming
te voorkomen wanneer er geen watercirculatie is. Schade aan de warmtepomp, veroorzaakt door
het niet in acht nemen van deze aanbevelingen, zal de garantie
doen vervallen.
3.2 Locatie van zwembadwarmtepompen
De unit kan bijna overal buiten geïnstalleerd worden. Voor binnenzwembaden gelieve contact
op te nemen met de leverancier. Plaats de unit NIET in een afgesloten ruimte met een beperkt
luchtvolume, waar de uitblaaslucht van de unit wordt gerecirculeerd.
Plaats de unit NIET bij struiken die de luchtinlaat kunnen blokkeren. Deze locaties voorkomen dat
de unit
geen continue bron van verse lucht heeft, waardoor de effi ciëntie vermindert en waardoor er
onvoldoende warmteafgifte is.
3.3 Hoe dicht bij uw zwembad?
De warmtepomp mag op maximaal 7,5m van het zwembad geplaatst worden. Hoe verder de
afstand van het zwembad, hoe groter het warmteverlies van de leidingen. Voor langere afstanden,
is het aanbevolen om de leidingen te isoleren om te veel warmteverlies te voorkomen.
11