grondig te controleren en het systeem volledig met water te vullen alvorens het voor de eerste
maal te gebruiken na een lange periode van niet-gebruik.
- Omgeving checken
Alvorens te beginnen met werkzaamheden aan systemen die ontvlambare koelmiddelen bevatten,
moeten veiligheidscontroles worden uitgevoerd om ervoor te zorgen dat het risico van ontbranding
tot een minimum wordt beperkt. Voor reparaties aan het koelsysteem moeten de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen alvorens werkzaamheden aan het systeem uit te
voeren.
- Werkprocedure
De werkzaamheden worden uitgevoerd volgens een gecontroleerde procedure, zodat het risico
van de aanwezigheid van ontvlambaar gas of ontvlambare damp tijdens de uitvoering van de
werkzaamheden tot een minimum wordt beperkt.
- Algemeen werkgebied
Al het onderhoudspersoneel en anderen die werken in het gebied moeten instructies krijgen
over de aard van het werkdat dient uitgevoerd te worden. Werk in besloten ruimten moet worden
vermeden. Het gebied rond de werkruimte moet
worden afgezet. Zorg ervoor dat de omstandigheden in het gebied veilig zijn gemaakt door
controle van ontvlambaar materiaal.
- Controleren op aanwezigheid van koelmiddel
Vóór en tijdens de werkzaamheden moet het gebied worden gecontroleerd met een geschikte
koelmiddeldetector, zodat de technieker zich bewust is van mogelijk ontvlambare atmosferen.
Zorg ervoor dat de gebruikte lekdetectieapparatuur geschikt is voor gebruik met ontvlambare
koelmiddelen, d.w.z. vonkvrij, afdoende afgedicht of intrinsiek veilig.
- Aanwezigheid van een brandblusapparaat
Indien aan de koelapparatuur of aanverwante onderdelen heet werk moet worden verricht,
moeten passende brandblusmiddelen voorhanden zijn. Zorg voor een droog poeder- of CO2-
brandblusapparaat in de buurt van de laadruimte.
- Geen ontstekingsbronnen
Niemand die werkzaamheden met betrekking tot een koelsysteem uitvoert waarbij
leidingen worden blootgelegd die ontvlambaar koelmiddel bevatten of hebben bevat, mag
ontstekingsbronnen gebruiken op een zodanige manier dat dit tot brand- of explosiegevaar
kan leiden. Alle mogelijke ontstekingsbronnen, inclusief het roken van sigaretten, moeten ver
genoeg verwijderd blijven van de locatie van installatie, reparatie en verwijdering, tijdens dewelke
brandbaar koelmiddel mogelijk vrij kan komen in de omliggende ruimte. Alvorens de werken
worden uitgevoerd moet het gebied rond de apparatuur worden gecontroleerd om ervoor te
zorgen dat er geen brandgevaar of ontstekingsrisico is. "Niet roken"-borden zullen geplaatst
worden.
- Verlucht gebied
Zorg ervoor dat het gebied zich buiten bevindt of voldoende verlucht is alvorens het systeem open
te leggen of heet werk uit te voeren. Er moet nog steeds een zekere ventilatie zijn tijdens de periode
dat het werk wordt uitgevoerd. De ventilatie moet vrijkomend koelmiddel veilig en bij voorkeur naar
buiten in de atmosfeer afvoeren. Langdurige periode van niet-gebruik.
44
- De koelapparatuur controleren
Indien er elektronische componenten moeten vervangen worden, moeten deze geschikt zijn voor
het doel en de correcte specificatie hebben. De onderhouds- en servicerichtlijnen van de fabrikant
moeten altijd gevolgd worden. Indien er twijfel is, neem dan contact op met de technische afdeling
van de fabrikant voor assistentie.
De volgende controles moeten uitgevoerd worden voor installaties waar ontvlambare koelmiddelen
worden gebruikt:
De grootte van de vulling is in overeenstemming met de grootte van de ruimte waarin de onderdelen
die koelmiddel bevatten geïnstalleerd zijn;
Het ventilatiemechanisme en de uitlaten werken goed en zijn niet geblokkeerd;
Als een indirect koelcircuit gebruikt wordt, dan moet gecontroleerd worden of het secundaire circuit
koelmiddel bevat;
De markering op de apparatuur blijft zichtbaar en leesbaar. Markeringen en tekens die onleesbaar
zijn, moeten worden aangepast;
Koelleidingen of onderdelen daarvan zijn zodanig geïnstalleerd dat het onwaarschijnlijk is dat zij
worden blootgesteld aan stoffen die de koelmiddel bevattende onderdelen kunnen aantasten,
tenzij de onderdelen zijn vervaardigd van materialen die intrinsiek bestand zijn tegen aantasting of
afdoende tegen aantasting zijn beschermd.
- Controles van elektronische apparaten
Herstellingen en onderhoud aan elektronische componenten bevatten initiële veiligheidscontroles
en inspectieprocedures. Indien er een defect is dat de veiligheid in gevaar kan brengen, mag er
geen elektrische voeding op het circuit worden aangesloten totdat het defect naar behoren is
verholpen. Indien het defect niet onmiddellijk kan hersteld worden maar het nodig is om de werking
verder te zetten, moet een geschikte tijdelijke oplossing gebruikt worden. Dit moet worden gemeld
aan de eigenaar van de apparatuur, zodat alle partijen op de hoogte zijn.
Initiële veiligheidscontroles moeten het volgende omvatten:
Dat condensatoren worden ontladen: dit moet op een veilige manier gebeuren om kans op
vonkvorming te voorkomen;
Dat er geen elektrische onderdelen en bedrading onder spanning blootliggen tijdens het laden,
herstellen of doorblazen van het systeem;
Dat er continuïteit is in de aardverbinding.
- Reparaties aan afgedichte onderdelen
1) Bij reparaties aan afgedichte onderdelen moeten alle elektrische leidingen worden losgekoppeld
van de apparatuur waaraan wordt gewerkt, voordat de afgedichte afdekkingen e.d. worden
verwijderd. Indien het echt noodzakelijk is dat de apparatuur tijdens het onderhoud van elektrische
stroom wordt voorzien, moet op het meest kritische punt een permanent werkende vorm van
lekdetectie worden aangebracht om te waarschuwen voor een potentieel gevaarlijke situatie.
2) Er moet in het bijzonder op worden gelet dat bij werkzaamheden aan elektrische onderdelen
de omkasting niet zodanig wordt veranderd dat het beschermingsniveau wordt aangetast. Dit
omvat beschadiging van kabels, buitensporig aantal aansluitingen, aansluitingen die niet volgens
de oorspronkelijke specificatie zijn uitgevoerd, beschadiging van afdichtingen, onjuiste montage
van wartels, enz. Zorg ervoor dat het apparaat stevig is bevestigd. Controleer of afdichtingen
of afdichtingsmaterialen niet zodanig zijn verslechterd dat zij niet langer het binnendringen van
ontvlambare atmosferen voorkomen. Wisselstukken moeten in overeenstemming zijn met de
specificaties van de fabrikant.
45