I Druk op de volgende toet-
sen om de klok in te stellen
1. Druk op de toets "KLOK".
verschijnt.
knippert.
2. Druk op de "Insteltoets TIJD" om de
klok in te stellen op de huidige tijd.
Als u de "
" of "
loopt de klok versneld vooruit of achteruit.
3. Druk op de toets "KLOK".
knippert.
OPMERKING
I I I I Tips voor een zuinig energieverbruik
• Maak de kamer niet te koud of verwarm de kamer niet te sterk.
Door de temperatuur op een gematigd peil in te stellen, bespaart u energie.
• Sluit de jaloezieën of de gordijnen.
Door direct zonlicht en buitenlucht tegen te houden wordt het koelend
(verwarmend) effect versterkt.
• Verstopte luchtfilters hinderen de goede werking en verhogen het energieverbruik. Reinig ze ongeveer eens om de
twee weken.
I I I I Opmerking
• De airconditioning verbruikt altijd 15-35 watt elektriciteit, zelfs als ze niet werkt.
• Als u de airconditioning lange tijd niet gebruikt, bijvoorbeeld in de lente of herfst, schakelt u de hoofdschakelaar het
best UIT.
• Gebruik de airconditioning in de volgende omstandigheden.
Modus
Gebruiksomstandigheden
Buitentemperatuur: 〈2/3/4/5MXS〉 –10 tot 46°C
KOELEN
Binnentemperatuur: 18 tot 32°C
Luchtvochtigheid binnen: 80% max.
Buitentemperatuur: 〈2/3/4/5MXS〉 –15 tot 15,5°C
VER-
WAR-
MEN
Binnentemperatuur: 10 tot 30°C
Buitentemperatuur: 〈2/3/4/5MXS〉 –10 tot 46°C
DRO-
GEN
Binnentemperatuur: 18 tot 32°C
Luchtvochtigheid binnen: 80% max.
• Bij gebruik buiten dit vochtigheids- of temperatuurbereik kan een zekering het apparaat buiten werking stellen.
" knop ingedrukt houdt
〈RXG〉 10 tot 46°C
〈RXG〉 –15 tot 20°C
〈RXG〉 10 tot 46°C
Aanbevolen temperatuurinstelling
Voor koeling:26°C – 28°C
Voor verwarming:20°C – 24°C
Als het apparaat blijft werken buiten dit bereik
• Een zekering kan het apparaat uitschakelen.
(Bij gebruik van verschillende apparaten kan ze ook alleen
de buitenunit uitschakelen.)
• Er kan condensatie en lekkage optreden in de binnenunit.
• Een zekering kan het apparaat uitschakelen.
• Een zekering kan het apparaat uitschakelen.
• Er kan condensatie en lekkage optreden in de binne-
nunit.
2
1, 3
9