Installatie en bediening
Inbedrijfstelling van het apparaat
1. Voordat u de inductiekookplaat aan zet, moeten beide draaiknoppen in de UIT-
stand staan (de "0" markering van de draaiknop naar het instelpunt draaien).
Instellen van het vermogen
1. De draaiknop voor de betreffende kookvlak instellen op het juiste
vermogensniveau (instelbereik 1 - 10).
De volgende vermogensgegevens komen overeen met de vermogensniveaus die
kunnen worden ingesteld:
Voorste kookvlak
(Rechter draaiknop)
800 W geklokt
AANWIJZING:
De hierboven vermelde vermogensspecificaties kunnen variëren,
afhankelijk van het type gerechten dat wordt gebruikt.
•
De stroomverdeling is zo ingesteld dat beide kookvlakken elk tot 3500 W van
stroom kunnen worden voorzien.
•
Om het maximale vermogen van het apparaat te gebruiken, moeten beide
kookvlakken worden gebruikt. Dan is het mogelijk om de achterste kookvlak te
gebruiken met een vermogen van 2000 W en het vermogen van het voorste
kookvlak met een vermogen van 5000 W. Zodra de voeding van de voorste
kookvlak op 5000 W is ingesteld, schakelt de achterste kookvlak automatisch
over naar de vermogenswaarde van 2000 W.
105737
1800 W
2000 W
2200 W
2400 W
2600 W
2800 W
3000 W
3200 W
3500 W
5000 W
Achterste kookvlak
(Linker draaiknop)
800 W geklokt
1800 W
2000 W
2200 W
2400 W
2600 W
2800 W
3000 W
3200 W
3500 W
(2000 W)
NL
17 / 22