5. Veiligheidsvoorschriften
5.1. Gevaren voor kinderen en personen met een
beperkt vermogen om apparaten te bedienen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en
door personen met lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke be-
perkingen of gebrek aan kennis en ervaring, als er iemand toe-
zicht op hen houdt of als hun is geleerd hoe ze het apparaat vei-
lig kunnen gebruiken en ze hebben begrepen welke gevaren
het gebruik van het apparaat met zich meebrengt.
• Houd toezicht op kinderen om ervoor te zorgen dat ze niet
met het apparaat spelen.
• Reiniging en gebruikersonderhoud mogen niet worden uit-
gevoerd door kinderen zonder dat er iemand toezicht op hen
houdt.
• Bewaar het apparaat en de accessoires buiten het bereik van
kinderen.
5.2. Bedrijfszekerheid
Lees dit hoofdstuk aandachtig door en neem alle hierin opge-
nomen aanwijzingen in acht. Zo waarborgt u een betrouwbare
werking en een lange levensduur van uw product.
Binnendringende vloeistof kan de elektrische veiligheid in
gevaar brengen.
Bescherm het apparaat tegen druip- en spatwater en zet
geen met vloeistof gevulde voorwerpen, bijv. vazen, op of in
de directe nabijheid van het apparaat.
Giet geen vloeistoffen in het notebook.
Om beschadigingen te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat
de steekcontacten in geen geval met water in aanraking ko-
men. Als dit toch gebeurt, moeten de steekcontacten eerst
goed droog worden gewreven, voordat het apparaat op-
nieuw wordt gebruikt.
8