Voor zover het nieuwe geheugen geen besturingssysteem bevat, moet er
door u een daarvoor geschikt besturingssysteem worden geïnstalleerd.
18.3. Plaatsen van een fl ashgeheugen
Ga als volgt te werk:
Schakel het notebook uit door hem op de juiste manier af te sluiten.
Draai het notebook om en zet hem op een stabiele en vlakke ondergrond om te
voorkomen dat het notebook valt.
Verwijder de schroeven aan de onderzijde van het notebook en de afdekking
van het flashgeheugen.
Verwijder de schroef uit de sleuf.
Schuif het flashgeheugen met de contacten naar rechts in de sleuf en zet het
met de eerder verwijderde schroef vast.
Breng de afdekking terug op zijn plaats en schroef deze vast.
Het extra geheugen wordt door het besturingssysteem herkend en geïntegreerd,
voor zover dit al is geformatteerd of gegevens bevat.
Lees bij problemen met de installatie van het extra geheugen het
hoofdstuk 'FAQ - veelgestelde vragen' .
19. Notebook beveiligen
19.1. Opstartwachtwoord
U kunt uw notebook met een opstartwachtwoord beschermen tegen onbevoegd
gebruik. Tijdens het inschakelen van het notebook verschijnt dan op het beeld-
scherm de vraag om het wachtwoord in te voeren. Het wachtwoord wordt aange-
maakt bij de UEFI-instelling.
LET OP!
Gevaar voor beschadiging!
Houd er rekening mee dat alleen zeer ervaren gebrui-
kers veranderingen mogen aanbrengen, omdat veran-
deringen in de UEFI-instelling de stabiliteit van het no-
tebook kunnen beïnvloeden.
Bewaar u wachtwoord op een veilige plek. Als u uw
wachtwoord vergeet, is het niet mogelijk om dit te
verwijderen. Neem in dit geval contact op met de
klantenservice.
32