De [PATCH] -knoppen gebruiken
De [PATCH] -knoppen gebruiken
U kunt uw eigen registraties maken en ze opslaan met de [PATCH]-knoppen.
OPMERKING:
• Instellingen voor MASTER VOLUME (p.12) en TRANSPOSE (p.24)
worden niet opgeslagen.
Een tone (Patch) opslaan
Doe het volgende om uw eigen patches op te slaan:
1
Houd de [RECORD]-knop ingedrukt en druk op een
[PATCH]-knop waar u uw instelling wilt opslaan.
De led van de [PATCH]-knop knippert een paar keer en gaat
dan branden. Uw instelling is nu opgeslagen onder de
[PATCH]-knop die u heeft geselecteerd.
RECORD
Een Patch oproepen
Doe het volgende om een opgeslagen patch op te roepen:
1
Druk op een van de drie [PATCH]-knoppen.
De Patch die is opgeslagen onder de [PATCH]-knop die is
ingedrukt, wordt opgeroepen.
2
Bespeel het keyboard.
U kunt wijzigingen aanbrengen in de opgeroepen patch
met de knoppen op het bovenpaneel (drawbars, knoppen,
enz.). Als u wijzigingen heeft aangebracht en u wilt de
opgeslagen patch weer oproepen, druk dan nogmaals op
de [PATCH] knop.
3
Druk op de knop [MANUAL] om te spelen met de
actuele instellingen van het bovenpaneel (drawbars,
knoppen en regelaars).
Tips
• Hieronder staan de fabrieksinstellingen voor de drie [PATCH]-knoppen:
[PATCH 1]: Klassieke B-3 Jazz (p.15)
[PATCH 2]: Octave Strings ( p.20)
[PATCH 3]: Synthesizer Resonantie & Sweep (p.23)
26
PATCH 1~3
MANUAL