• Let er bij het vullen van de brandstofvoorraadtank op, dat geen pellets
op de convectieribben of op hete bekledingsdelen vallen - Risico op
rookontwikkeling!
• Open de deur van de verbrandingskamer uitsluitend wanneer het toestel
koud en uitgeschakeld is en alleen om de verbrandingskamer en de
vuurpot te reinigen. Sluit de deur weer goed na het reinigen. Openen van
de verbrandingskamerdeur tijdens de werking leidt tot een foutmelding
en tot het zelfstandig uitschakelen van de pelletkachel!
• Wanneer de stroomkabel van dit toestel beschadigd is, moet deze door
de klantendienst of een gekwalificeerd persoon (bijv. een elektromon-
teur) worden vervangen, om risico's te vermijden.
• Bij verschillende weersinvloeden kunnen het aanzicht van de vlammen
en de vervuiling van de kachel variëren.
• Uw pelletkachel onttrekt de verbrandingslucht aan het vertrek (van
de kamerlucht afhankelijk gebruik). Er moet voor worden gezorgd dat
het vertrek van voldoende frisse lucht wordt voorzien. (Raadpleeg de
„Algemeen aanvaarde technische regels" hierover of overleg met uw
schoorsteenveger.) De installateur en de gebruiker moeten de toevoer
van frisse lucht controleren. Bij het gebruik van meerdere stookplaatsen
in één ruimte of in ruimten met een samenhangende luchtvoorziening
moet worden gezorgd voor voldoende verbrandingslucht. Bij afgedichte
vensters en deuren (bijv. in combinatie met energiebesparende maat-
regelen) kan het zijn dat de toevoer van verse lucht onvoldoende wordt
gewaarborgd. Hierdoor kan de trek van de houtkachel verslechteren. Dit
kan uw gezondheid en eventueel ook uw veiligheid in gevaar brengen.
Eventueel moet voor extra luchttoevoer een luchttoevoerklep nabij de
pelletkachel worden ingebouwd of een verbrandingsluchtleiding naar
buiten of naar een goed geventileerd vertrek (maar niet de verwarmings-
kamer) worden aangelegd. In het bijzonder moet worden gegarandeerd
dat alle noodzakelijke verbrandingsluchtleidingen tijdens het gebruik
van de stookinrichting open zijn. Bij gelijktijdig gebruik van een venti-
latiesysteem (bijv. afzuigkappen, badkamerventilatie, enz.) in dezelfde
ruimte of ruimten de pelletkachel minder goed kan functioneren (en zelfs
rook of rookgas in de woonkamer kan komen, ondanks dat de deur van
de verbrandingskamer gesloten is). Daarom is gelijktijdig gebruik van
dergelijke apparatuur met de pelletkachel niet toegestaan zonder de
passende maatregelen. Als u vragen hebt, neem dan contact op met uw
schoorsteenveger.
• Uw pelletkachel wordt met metalen verbindingsstukken van Ø 100 mm
verbonden met de schoorsteen. Deze moeten voldoen aan de „algemeen
erkende technische regels" en moeten dus correct op de schoorsteen
worden aangesloten. De verbinding moet langs de kortste weg van de
stookplaats naar de schoorsteen leiden. Daarbij mag de weg van het
verbrandingsgas nooit omlaag voeren, maar moet deze indien moge-
lijk stijgend naar de schoorsteen worden uitgevoerd. Hierbij moeten zo
weinig mogelijk bochten in de afvoerpijp worden gemaakt. De afvoerpijp
mag niet kunnen losraken; eventueel moet deze met klemmen worden
geborgd. Als de afvoerpijp door een brandbare wand of langs nabijge-
legen brandbare componenten voert, moet de pijp overeenkomstig de
voorschriften worden geïsoleerd. Het is essentieel dat de verbindingslei-
ding zo wordt gemonteerd, dat deze op ieder gewenst moment makkelijk
en veilig kan worden gereinigd. Dit moet worden gegarandeerd door
een passend aantal reinigingsopeningen. De minimumafstand van het
verbindingsstuk tot brandbare onderdelen kan, afhankelijk van de infor-
matie van de fabrikant van de afvoerpijp, de afstand van de pelletkachel
tot brandbare onderdelen vergroten. De vermelde minimumafstanden
tot brandbare onderdelen in deze handleiding hebben betrekking op de
pelletkachel en moeten eventueel worden aangepast.
• Bij het verbranden van vaste brandstoffen kunnen vonken van de stook-
plaats de schoorsteen worden ingejaagd. Hierdoor zou de roetlaag in de
schoorsteen in brand kunnen vliegen. (Bij regelmatige reiniging door de
schoorsteenveger komt dit zeer zelden voor.)
• Een schoorsteenbrand is te herkennen aan:
• uitslaande vlammen uit de schoorsteenopening,
• een hevige vonkenregen,
• rook- en geuroverlast,
• voortdurend heter wordende schoorsteenmuren
In een dergelijk geval is het belangrijk om op de juiste wijze te
NL 5
NL