gewenste kamertemperatuur op peil te houden. In de werkingsmodus
Modulatie vindt geen regeling van de kamertemperatuur plaats, het toestel
brandt constant in stand 1. Omdat het verwarmingsvermogen niet kleiner
kan worden ingesteld dan stand 1, kan het voorkomen dat in modulatie de
werkelijke kamertemperatuur boven de streefkamertemperatuur uitstijgt.
Dit is normaal in deze werkingsmodus en is geen reden voor een klacht.
De effectieve gemeten temperatuur die wordt bereikt in de werkingsmodus
modulatie, hangt af van de grootte van de opstellingsruimte.
Werkingsmodus: Standby (intermitterend gebruik)
Schakel de Mellino H
O in met de Aan-knop op de display of de afstandsbe-
2
diening, zodat het brandproces wordt gestart. Als de ingestelde kamertem-
peratuur (streefwaarde) met een verschil (hysterese) van 2°C wordt onder-
schreden, wordt het toestel met een nieuwe ontstekingsprocedure opnieuw
in werking gezet. Daarna wordt opnieuw gestookt tot de streefwaarde is
bereikt, waarna het toestel weer wordt gedoofd. De ingestelde hysterese
van 2°C verhindert te vaak in- en uitschakelen.
Opgelet: In deze werkingsmodus wordt de pelletkachel steeds opnieuw
ingeschakeld, zodra de kamertemperatuur min de hysterese wordt onder-
schreden! Om te verhinderen dat de standby-modus bijv. ook de hele nacht
doorloopt, zet u de Mellino H
O met de uit-knop uit. Als alternatief kan de
2
instelling van de streefkamertemperatuur zodanig ver worden gereduceerd,
dat deze temperatuur ‚s nachts niet wordt onderschreden. Dit geldt ook
wanneer de pelletkachel via de timer automatisch wordt aangestuurd. Aan-
wijzingen voor de instelling van de timer vindt u in Hoofdstuk 2.14.
2.8 INSTELLEN VAN HET VERWARMINGSVERMOGEN
Het verwarmingsniveau kan op 5 niveaus worden ingesteld: niveau 1, 2, 3,
4 en ‚Auto'.
Belangrijke aanwijzing: het ingestelde verwarmingsvermogen is alleen
rendabel zolang het toestel de vooraf ingestelde kamertemperatuur nog niet
heeft bereikt. Wij bevelen nadrukkelijk aan om het verwarmingsvermogen in
de stand ‚Auto' te laten staan. Een langdurig gebruik met geringe verwar-
mingsniveaus (1, 2 of 3) leidt tot sterke vervuiling van de ruit en de verbran-
dingskamer. Een hoog verwarmingsniveau brandt het toestel schoon, bereikt
snel de streeftemperatuur en reinigt de verbrandingskamer zelfstandig.
Wanneer de streeftemperatuur is bereikt, wordt het verwarmingsvermogen
toch gereduceerd.
Met de afstandsbediening: Het gewenste verwarmingsvermogen kan
erg eenvoudig worden ingesteld met de knoppen 2 en 3 van de afstands-
bediening. Hiervoor moet het display van het toestel in uw gezichtsveld
liggen. Druk op knop 2 of 3 tot het gewenste verwarmingsvermogen wordt
weergegeven. De waarde wordt automatisch overgenomen en hoeft niet te
worden bevestigd.
Direct op het display:
Met het display New Generation kunt u de 5 verschillende verwarmingsni-
veaus afwisselen.
• Als het beeldscherm nog in de modus Rust staat, raakt u het aan om
deze modus te verlaten. Als het display niet in de modus Rust staat, slaat
u deze stap over.
• Tik op
om naar het menu Temperatuur te gaan.
• Tik op
om naar het hoofdmenu te gaan.
• Tik op de symbolen
en/of
resp. te verlagen. De veranderingen worden onmiddellijk opgeslagen.
NL 11
om het verwarmingsniveau te verhogen
NL