Werking
10
4
Werking
4.1
Rijwerking
Steek de sleutel in de sleutelschakelaar en draai hem in de richting
van de wijzers van de klok: de elektrische motor start.
Trek de rijhendel naar u toe: de veegmachine rijdt vooruit.
Wanneer de hendel losgelaten wordt, blijft de veegmachine staan.
Bij koude motor de choke bedienen
4.2
Veegwerking
De hoogteverstelling van de zijbezem en de veegrollen gebeurt via hen-
dels aan het bedieningspaneel.
Elke zijbezem kan afzonderlijk in werking worden gesteld.
Start de rijwerking.
Door het optillen en naar voren schuiven van de overeenkomstige
hendel kunt u de zijbezem en / of de veegrollen doelgericht gebrui-
ken.
(zie ook „Toestelbeschrijving")
1
Bedieningshendel linker zijbezem
2
Bedieningshendel veegrollen
3
Bedieningshendel rechter zijbezem
4.3
Opvegen van nat vuil
Om nat vuil op te vegen, wordt aanbevolen om de ventilatorklep te slui-
ten om te verhinderen dat de filter verstopt raakt en week wordt.
U versteld de ventilatorklep als volgt:,
open bij een uitgeschakelde machine de kap en stel ze vast.
Om de ventilatorklep te sluiten, draait u de hendel –1- op de voorste
positie.
Om de ventilatorklep te openen, moet u de hendel –1- in de achterste
positie brengen.
KSV 910
23/11/2009