De basisinstelling invoeren
Systeembus
Het verwarmingsinstallatiesysteem (maximaal)
1-8 Ketels (modulerende of geschakelde)
1-15 gemixte weersafhankelijke verwarmingssystemen
0-15 omgevingsregelaars (digitaal of analoog)
1 Zonne-energiesysteem (2 collectoren, 2 buffers)
1 Vaste brandstofketel
Het busadres / stookkringnummer
Bij mengklepregeling en bedieningsapparaten
De Busherkenning (00-15; parameters van het menu Installateur)
is niets anders dan een nummering van de verwarmingsgroepen
van de installatie. Elke bedieningsmodule en elk mengmodule
krijgt als buscode het nummer van het toegewezen
verwarmingsgroep.
Stookkringnummers niet tweemaal vergeven
00 en 01 niet tegelijkertijd gebruiken
Stookkringen met "01" beginnend doorgenummerd.
00 alleen bij reserve-regelaars gebruiken als de "00" in de
vervangen regelaar gebruikt werd.
Defaultbezetting:
Verwarmingssysteem 1
Verwarmingssysteem 2
!
Na het instellen van alle buscodes moet de
verwarmingsinstallatie één keer stroomloos worden
geschakeld.
De basisinstelling invoeren
De basisinstelling invoeren
!
!
Bediening in normale modus
(gesloten bedieningsklep)
01
Bedieningselementen
02
Ç
Na afsluiting van de installatie beslist de gewenste
bedrijfsmodus instellen.
De instellingen in de gegeven volgorde uitvoeren
(=> prioriteiten).
Veranderen van het ingestelde modus
Systeembus
17