INLEIDING
Bedoeld gebruik
In deze instructies wordt een optimaal gebruik en onderhoud beschreven. Dit product is niet bedoeld voor industrieel of commercieel
gebruik.
U kunt extra assistentie vinden, per regio, online op www.singer.com.
Machineoverzicht
4
3
2
1
1. Transporteurhendel — breng deze van de ene naar de an-
dere kant om de transporteur in of uit te schakelen. Bevindt
zich aan de achterkant van de vrije arm.
2. Accessoiredoos / Vrije arm — zorgt voor een vlak op-
pervlak tijdens het naaien en biedt opslagruimte voor uw
accessoires. Verwijder de accessoiredoos om de vrije arm te
gebruiken, waarmee het eenvoudiger is om bijv. zomen in
broeken en mouwen te naaien.
3. Draadafsnijder — voor het afsnijden van de draaduitein-
den na het naaien.
4. Draadinrijggleuven — inrijgroutes met spanningsschijven
en draadhefboom.
5. Achteruitnaaihendel — keert de naairichting om, bijvoor-
beeld bij het vastzetten van het begin of het einde van een
naad.
6. Naaivoetdruk — regelt de druk die de naaivoet uitoefent
op de stof.
6
7
8
5
7. Draadspanningsknop - aanpasbaar voor het instellen van
8. — de naaldpositie kan naar wens worden gewijzigd (zie
9. Steekbreedteknop — regelt de breedte van steken, waar-
10. Handwiel — wordt gebruikt om de beweging van de naald
11. Steeklengteknop — regelt de lengte van de steken, om ze
12. Stekenselectieknop — wordt gebruikt om steekpatronen en
9
de gewenste spanning voor uw steek, draad en stof.
pagina 16).
door ze smaller of breder worden (zie pagina 16).
en de draadhefboom handmatig te regelen.
naar wens korter of langer te maken. De knop wordt ook
gebruikt voor de selectie van elastische steken (zie pagina
16).
knoopsgatinstellingen te selecteren (zie pagina 15).
10
11
12
Inleiding – 1
Nederlands