Onderhouden remmen
De bedrijfs-/parkeerrem
afstellen
Als de service-/parkeerrem slipt tijdens het gebruik,
moet de kabel als volgt worden afgesteld:
1.
Zet de service-/parkeerremhendel op UIT.
2.
Verwijder het bedieningspaneel.
3.
Om de kabelspanning te verhogen, zet u de
bovenste kabelcontramoer los en draait u
de onderste kabelcontramoer vast
43) tot een kracht van 156 N moet worden
uitgeoefend op de remhendel om de grendel
van de parkeerrem vrij te zetten.
Belangrijk:
Stel de rem niet zodanig af dat
de remband aanloopt.
Figuur 43
1. Contramoeren
(Figuur
g016920
2. Remkabel van bedrijfsrem
Onderhoud riemen
De drijfriem van de
messenkooi controleren
Onderhoudsinterval: Om de 1000 bedrijfsuren
1.
Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het
contact.
2.
Zet de flensbout los waarmee de drijfriemkap
bevestigd is en verwijder de drijfriemkap zodat
de riem zichtbaar wordt
1. Aandrijfriemkap
3.
Stel de riemspanning als volgt in:
A.
Draai de montagemoer van de
lagerbehuizing los
1. Montagemoer van
lagerbehuizing
2. Drijfriem messenkooi
B.
Gebruik een sleutel van 16 mm om de
lagerbehuizing te draaien zodat deze vrij
kan bewegen.
35
(Figuur
44).
Figuur 44
(Figuur
45).
Figuur 45
3. Drukveer
g018273
g017116