Menu voor opnemen
(Fluorescerend licht 1)/
(Fluorescerend licht 2)/
(Fluorescerend licht 3)
n (Gloeilamp)
(Flitser)
(Alleen voor stilstaande
beelden)
• Voor meer informatie over de witbalans, zie pagina 10.
• Onder fluorescerende verlichting die flikkert, is het mogelijk dat de witbalans niet correct functioneert,
ondanks dat u [Fluorescerend licht 1], [Fluorescerend licht 2] of [Fluorescerend licht 3] hebt ingesteld.
• Wanneer u beelden opneemt met behulp van de flitser, wordt de [Witbalans] ingesteld op [Autom.],
behalve in de [Flitser]-functies.
• Als
(Onderwater) is geselecteerd als de scènekeuzefunctie, kunt u [Witbalans onderwater] gebruiken
in plaats van [Witbalans].
52
[Fluorescerend licht 1]: Hiermee wordt gecompenseerd voor
witte, fluorescerende verlichting.
[Fluorescerend licht 2]: Hiermee wordt gecompenseerd voor
natuurlijk witte, fluorescerende verlichting.
[Fluorescerend licht 3]: Hiermee wordt gecompenseerd voor
dagwitte, fluorescerende verlichting.
Hiermee wordt gecompenseerd voor plaatsen onder een
gloeilamp of onder felle verlichting, zoals in een fotostudio.
Hiermee wordt gecompenseerd voor de flitser.
Voor informatie over de bediening
1 pagina 38